In de Europese Unie staat Nederland nog altijd veruit op kop als het op deeltijds werk aankomt. Bijna de helft van de Nederlanders (47 procent) werkt deeltijds. In de ‘jongste’ lidstaten blijkt deeltijdwerk voorlopig niet aan te slaan, met Bulgarije als dieptepunt (2 procent).

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zocht uit of die deeltijdsen dat zelf willen, of dat ze het doen uit noodzaak, omdat ze voorlopig geen voltijdse baan vinden. Kortom, gaat het om vrijwillig of onvrijwillig deeltijdwerk? Het VBO sloeg er de gegevens op na van het Europese statitistiekbureau Eurostat. Wat blijkt? Deeltijdwerk is vooral een zaak van vrijwilligheid, zeker ook in België.

De 22 procent parttimers in België worden opgesplitst in 19 procent vrijwillig en 3 procent onvrijwillig. De 47 procent deeltijdsen in Nederland zijn verdeeld in 45 procent vrijwillig tegenover amper 2 procent onvrijwillig.

In nogal wat landen (onder meer Frankrijk) wordt wel een iets groter aantal onvrijwillig deeltijdsen gevonden, maar het blijft een minderheid. Het VBO concludeert dan ook dat flexibiliteit op vraag van de werknemer wel degelijk lééft. Er wordt dan ook gepleit om de flexibele statuten (administratief-juridisch) te vereenvoudigen.

Bron: De Standaard, VBO