Eén op de tien kmo’s wil alle medewerkers een koopkrachtpremie toekennen. Eén op de drie is nog onbeslist. De meerderheid (57 procent) geeft aan geen premie te geven omwille van de hoge loonkosten, of omdat de financiële resultaten het niet toelaten.
In december 2022 werd de koopkrachtpremie in het leven geroepen. Die geldt voor heel het bedrijf en moet toegekend worden via sectorale cao of ondernemings- cao of via een individuele overeenkomst voor 31 december 2023. Een koopkrachpremie kan uitgekeerd worden in de vorm van een consumptiecheque. De premie bedraagt maximaal 500 euro bij goede resultaten, en maximaal 750 euro bij uitzonderlijk goede resultaten. De meeste werkgevers voelen echter niet de financiële ruimte om zo’n premie aan werknemers te geven (57 procent). Bij de meerderheid komt dat door de hoge loonkosten door de automatische indexatie (67 procent). 20 procent zegt niet de financiële resultaten te hebben geboekt om het te kunnen geven. Dat blijkt uit een bevraging van SD Worx.
Regionale verschillen
De meerderheid (57 procent) van de kmo’s die zeggen een koopkrachtpremie te geven in 2023 zal het maximumbedrag toekennen. Eén op de zes wil graag meer geven dan de sector. Eén op de vijf zou het liefst ongeveer de helft van het maximumbedrag geven. Een kleine minderheid (4,5 procent) geeft liefst een vierde van het maximumbedrag of minder.
Opmerkelijk is dat er regionale verschillen zijn. In Vlaams-Brabant lijkt er de grootste bereidheid om koopkrachtpremies te geven (15,9 procent). In Limburg is die bereidheid het kleinst, met slechts 1,5 procent van de kmo’s. In Oost-Vlaanderen verkiezen kmo’s dan weer vaker het maximumbedrag (68,8 procent). West-Vlaamse kmo’s overwegen dat het minst vaak (43,9 procent).
LEES MEER OP HRSQUARE.BE
