Dat de vergrijzing de samenleving voor enorme uitdagingen stelt, is bekend. Zeker in de zorg zal de druk de komende decennia sterk stijgen. Niet alleen omdat heel wat medewerkers met pensioen vertrekken, ook en vooral omdat het aantal ouderen en dus zorgbehoevenden exponentieel zal toenemen. De projecties die professor Jozef Pacolet en zijn collega’s van het HIVA (KU Leuven) in 2014 maakten, laten alvast weinig aan de verbeelding over. Zij schatten dat er over 40 jaar drie keer zoveel mensen in een woonzorgcentrum zullen verblijven als in 2011. Van 65.200 bewoners gaat het naar 202.800 in 2059.
Nieuw model
Om al die zorg te kunnen geven, zullen er heel wat extra handen moeten gevonden worden. Volgens de studie van Pacolet zouden er tegen 2059 ruim 113.000 personen in een woonzorgcentrum moeten werken, wat meer dan het dubbele is dan vandaag. Of we dat ooit voor elkaar zullen krijgen? Lander Vermeerbergen van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (KU Leuven) heeft er zijn twijfels over: “Dan zal er vanuit HRM in elk geval meer interesse en aandacht voor de zorgsector moeten komen en zullen de jobs in de woonzorgcentra aantrekkelijker moeten worden. De verzuchtingen van werknemers vandaag zijn zo alomtegenwoordig, dat het moeilijk is om nieuwe mensen er warm voor te maken. Waarom zou je kiezen voor een baan met continu wisselende uren en een almaar stijgende werkdruk? Verleidelijk is dat niet.”
Dus is de vraag hoe we de werkbaarheid van de jobs in de zorg – en in de woonzorgcentra in het bijzonder – kunnen verhogen. In zijn doctoraat dat hij eind vorig jaar met succes verdedigde, doet Vermeerbergen alvast enkele suggesties. Die schreef hij neer nadat hij zorgverleners en hun verantwoordelijken uitgebreid had bevraagd en geïnterviewd. Hij ging ook ettelijke uren observeren in twintig Vlaamse woonzorgcentra die volgens het model van ‘kleinschalig genormaliseerd wonen’ werken. In die woonzorgcentra leven bewoners in kleine groepen, op het ritme dat ze zelf aangeven en volgens de wensen die ze zelf hebben. In Vlaanderen zijn steeds meer woonzorgcentra voor dat model gewonnen. Ze pikken daarmee in op de vraag naar minder gestandaardiseerde zorg en meer huiselijkheid.
Dat die ontwikkeling positief is, staat voor Vermeerbergen buiten kijf. “Wel moeten we erover waken dat de zorgmedewerkers er niet de dupe van worden”, waarschuwt hij. “Zorg op maat betekent immers vaak ook minder structuur, wat de druk op het personeel kan doen stijgen. Soms zie je dat medewerkers zodanig hard hun best doen om bewoners een goed leven te geven, dat ze er zelf aan onderdoor gaan. Woonzorgcentra die dit model willen toepassen, zullen hun medewerkers dan ook goed moeten voorbereiden. In veel gevallen zal het zelfs betekenen dat ze voor een andere manier van organiseren zullen moeten kiezen.”
Multidisciplinair en zelfsturend
Vermeerbergen zelf ziet veel potentieel in een multidisciplinaire aanpak. Traditioneel opteren woonzorgcentra voor een gecentraliseerde organisatiestructuur, waarbij zorg-, animatie- en onderhoudsteams naast elkaar werken en op alle mogelijke afdelingen worden ingeschakeld. Maar het kan ook anders. Een aantal woonzorgcentra in Vlaanderen experimenteert met vaste teams per leefeenheid. In die teams zitten zowel zorg- en verpleegkundigen, als ergotherapeuten, kinesisten en onderhoudsmedewerkers. “Tijdens mijn onderzoek stelde ik vast dat in die teams de taakverdeling veel minder afgelijnd is. Ik zag verpleegkundigen bijspringen tijdens de maaltijden en zorgkundigen in de leefgroepen meedraaien. Ook het verantwoordelijkheidsgevoel en de betrokkenheid van de zorgverleners was groter, vooral omdat ze de bewoners beter kenden.”
Behalve multidisciplinair, waren de meeste van de onderzochte innovatieve zorgteams ook zelfsturend. Ze konden zelf beslissen over hoe ze zich organiseerden en hoe ze problemen op hun afdeling aanpakten. Ook uurroosters opstellen en afspraken maken over vakantieregelingen deden ze op eigen houtje. Sommigen beheerden zelfs hun eigen budget. Het effect van al die ingrepen was volgens Vermeerbergen onmiskenbaar: “Doordat er meer inspraak was, kwamen medewerkers met meer plezier werken. Ze ervoeren minder stress en namen meer spontane initiatieven.”
Hoe vanzelfsprekend het allemaal mag lijken, een nieuwe (zorg)organisatie realiseer je niet van vandaag op morgen. Hoe pak je het aan? Dat leest u verder in het tijdschrift HR Square. Jos Aben van woonzorgcentra Toermalien en Mandana in Genk getuigt vanuit de praktijk.
Het volledige artikel (van Hermien Vanoost) lezen, kan u als lid van HR Square. Een lid ontvangt niet alleen het tijdschrift, maar heeft ook toegang tot de website met het hele archief en geniet van stevige prijsreducties op tal van hoogst interessante evenementen, ook op de HR Square Seminaries, HR Square Masterclass en HR Square Conference. Hoe wordt u lid? Ga naar www.hrsquare.be of contacteer Stephanie Beernaert, [email protected], 053 60 56 70.