Het is precies een jaar geleden dat Hollywood-producer Harvey Weinstein van zijn voetstuk donderde. In een vernietigend artikel in de The New Yorker werd hij door verschillende actrices beschuldigd van seksuele intimidatie en aanranding. In geen tijd ging de hashtag MeToo viraal. Wereldwijd deelden tienduizenden hun ervaringen met seksuele intimidatie veelal op de werkplek. Ook in Vlaanderen kwamen gelijkaardige verhalen naar boven.
Uit onderzoek bij meer dan 40.000 werknemers door de externe preventiedienst IDEWE blijkt dat een op de honderd wekelijks ongewenst seksueel gedrag (OSGW) ervaart. De enquête werd in 2016 en 2017 gevoerd. Er werd meest melding gemaakt van ‘lonken of iemand uitkleden met de ogen’ (6,7 procent), gevolgd door ‘seksuele benadering via gebaren, uitspraken, e-mail, sms…’ (3,2 procent) en ‘seksueel getinte aanrakingen’ (2,2 procent). Vrouwelijke werknemers (9,2 procent) krijgen vaker te maken met OSGW dan hun mannelijke collega’s (6,2 procent). In 48 procent van de gevallen gaat het over collega’s op het werk. 43 procent geeft aan dat het gaat over externen zoals leveranciers, onderaannemers en klanten. 9 procent van de slachtoffers ervaart OSGW door mensen van zowel binnen als buiten de organisatie.
Ook in de Verenigde Staten bleek algauw dat ongewenst seksueel gedrag geen exclusieve Hollywood-aangelegenheid is, maar een probleem van vele bedrijven. Bovendien toonde een enquête van de Washington Post dat daders veelal ongemoeid gelaten worden. HR werd dan ook met de vinger gewezen.
Keerzijde
De Amerikaanse Society for Human Resources (SHRM) ging na of een jaar na #MeToo er een gedragsverandering te zien is op de (Amerikaanse) werkvloer. Die is er wel degelijk. Maar liefst een derde van de ruim duizend bevraagde executives zegt zijn gedrag te hebben aangepast. Zij vermijden gedrag dat zou kunnen geïnterpreteerd worden als ongewenst seksueel gedrag.
Op zich is dit positief, maar het heeft ook een minder positieve keerzijde. Mannelijke werknemers voelen zich steeds vaker onzeker en oncomfortabel in de omgang met vrouwelijke collega’s. Sommigen gaan zelfs zo ver dat ze vrouwelijke collega’s mijden. Zo worden vrouwelijke medewerkers niet meer uitgenodigd voor een zakenreis of voor avondlijke netwerkevenementen, om elke omstandigheid of situatie te vermijden die als niet-gepast zou kunnen beschouwd worden.
SHRM-ceo, Johnny C. Talyor, Jr., waarschuwt er dan ook voor dat dergelijk gedrag de kansen voor vrouwelijke werknemers inperkt. Hij pleit er dan ook voor om de slinger niet te ver te laten doorslaan naar de andere kant. “Er mag geen cultuur ontstaan van schuldig tot het tegendeel bewezen is.” Al is dat natuurlijk geen pleidooi om geen blijvende aandacht te besteden aan grensoverschrijdend en ander pestgedrag op de werkvloer.
Bron: SHRM