Goede mensen tegenhouden om te vertrekken, houdt soms ook hun groei en ontwikkeling tegen. En afhankelijk van hun strategie, hebben ook organisaties zelf een gezond verloop nodig: nieuw bloed en frisse ideeën zijn cruciaal om je organisatie te blijven vernieuwen.

Uit VUB-onderzoek van Mark Elchardus en Petrus te Braak blijkt dat de meerderheid van de  jongvolwassenen hoopt 20 jaar of langer bij dezelfde werkgever te werken. Voor die jongeren is het dan te hopen dat hun baas hen gelukkig houdt door werk te maken van interne mobiliteit. 

Wel of niet jobhoppen? 

In België hebben we geen cultuur van jobhoppen. En jonge mensen zoeken natuurlijk zekerheid: pas gebouwd en pas getrouwd, zitten ze vaak met torenhoge afbetalingen. Maar dat je aan jezelf blijft werken, dat je jezelf blijft ontwikkelen, is voor je inzetbaarheid belangrijker dan een vast contract.

In outplacementbegeleidingen zien we soms mensen die rotverwend zijn door hun werkgever. Ze leefden in een gouden kooi en geen haar op hun hoofd dacht eraan om daar ooit weg te gaan. Soms houdt dat hun groei en ontwikkeling tegen. 

Inzetten op interne mobiliteit 

De beste manier om van job te veranderen, is ofwel kiezen voor dezelfde job in een ander bedrijf, ofwel voor een andere job in hetzelfde bedrijf. Naast een goede ‘employer branding’ om goede mensen binnen te houden, is het dus belangrijk om je medewerkers kansen te geven om van stoel te veranderen, ook intern. Medewerkers worden loyaal en gelukkig als ze kansen krijgen om ook in de eigen organisatie nieuwe dingen te doen, om nieuwe competenties te verwerven.

Een vast contract, het liefst bij dezelfde werkgever, blijft voor de meeste jongeren de norm. Voor een organisatie is het ook comfortabel als mensen willen blijven. Maar groei en ontwikkeling bereik je niet door altijd in je comfortzone te blijven. Stilstaan is achteruitgaan, zowel voor organisaties als voor werknemers.