Bedienden die tijdens de coronacrisis elk kwartaal hebben getelewerkt (gemiddeld 64 procent van hun werktijd), zagen hun kort absenteïsme wegens ziekte met 28 procent dalen ten opzichte van het ‘normale jaar’ 2019. Wie minder systematisch telewerkte (gemiddeld 16 procent van de werktijd) zag zijn kort absenteïsme al met 10 procent dalen. Bedienden die tijdens de coronacrisis niet telewerkten waren dan weer 6,6 procent meer kort afwezig dan voor de crisis. Dat blijkt uit longitudinaal onderzoek van HR-dienstenverlener Securex bij bijna 16.000 bedienden die tussen 1 januari 2019 en 30 juni 2021 aan de slag waren bij een bedrijf dat telewerk registreert.
Werkgevers die tijdens de coronacrisis regelmatig telewerk organiseerden, bespaarden gemiddeld 1500 euro per werknemer in vergelijking met werkgevers die geen telewerk organiseerden (375 euro directe kost aan gewaarborgd loon en 1125 euro indirecte kost dankzij 1,5 dagen minder kort absenteïsme in tweede helft 2020 en eerste helft 2021 in vergelijking met geheel 2019).
“We vermoeden al langer dat er een link bestaat tussen telewerk en een dalend kort absenteïsme, maar voor het eerst tonen we die ook in onze cijfers. Het valt vooral op dat zelfs gering telewerk wonderen doet voor kort absenteïsme: zelfs wie gemiddeld minder dan een dag per week telewerkt is 10 procent minder kort afwezig”, zegt Heidi Verlinden, Research Project Manager bij Securex. Ze ziet een dubbele verklaring voor de daling van het korte absenteïsme bij telewerkers. “Enerzijds kunnen door telewerk minder besmettingen plaatsvinden op de werkvloer. Daarnaast biedt telewerk meer mogelijkheden om verder te werken bij bepaalde gezondheidsproblemen zoals een verkoudheid of een gebroken been.”