De populariteit van loopbaanonderbreking daalt. Via loopbaanonderbreking kunnen werknemers in loondienst het werk voor een bepaalde periode voltijds of deeltijds onderbreken. Tijdskrediet en thematische verloven zoals ouderschapsverlof, palliatief verlof en verlof voor medische bijstand vallen onder de term loopbaanonderbreking.
Al sinds oktober 2020 blijft het aantal werknemers dat loopbaanonderbreking neemt steevast onder 7 procent. De voorbije twee jaar lag dat cijfer steeds boven 7 of zelfs 8 procent. Tijdens de voorbije twee maanden is de daling van het aantal opgenomen loopbaanonderbrekingen frappant. In augustus namen 12,5 procent minder mensen loopbaanonderbreking in vergelijking met 2020 en 12 procent minder in vergelijking met 2019. Voor juli is er een daling van 12 procent in vergelijking met 2020 en een daling van 10,9 procent in vergelijking met 2019.
De verklaringen voor de dalende trend zijn duidelijk: corona en telewerk.
Annelies Bries, juridisch adviseur bij Acerta: “Een belangrijke verklaring waarom werknemers de laatste maanden minder beroep deden op loopbaanonderbreking, is de doorbraak van het thuiswerken, dat de afgelopen maanden bovendien verplicht of sterk aanbevolen was. Telewerk en thuiswerk maken het makkelijker voor werknemers om werk en privé beter in balans te hebben. Wie thuiswerkt, kan het werk ook even kort onderbreken. Als een korte werkonderbreking kan, dan hoeft voor sommige werknemers de structurele loopbaanonderbreking niet meer zo nodig.
De komende maanden worden interessant om te kijken of het aantal loopbaanonderbrekingen opnieuw zal stijgen, nu steeds meer werknemers terug (deeltijds) naar kantoor gaan. Negen op tien werkgevers gaat uit van een hybride werkvorm, maar de nadruk komt wel opnieuw te liggen op aanwezigheid op kantoor, bleek uit ons recent onderzoek. Worden tijdskrediet en themaverloven straks dan toch weer populairder? Of zullen één of twee dagen thuiswerk genoeg zijn voor werknemers om zich te organiseren en werk en gezin goed te blijven verzoenen?”
Bron: Acerta. Gebaseerd op de werkelijke gegevens van 260.000 werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector.