De verpleegkunde-vacatures die langdurig oningevuld blijven, waren meer dan verdubbeld in vijf jaar: 800 in september 2006 tot 1800 in september vorig jaar. Niet alleen voor verpleegkundigen daalt dat aantal nu, maar ook voor zorgkundigen.
Waaraan is die kentering te danken? Niet aan een daling van het aantal vacatures zoals in de rest van de arbeidsmarkt. De werkgelegenheid in deze sector blijft immers stijgen. Dus is de kentering wellicht toe te schrijven aan een toename van het aantal kandidaten.
Al enkele jaren stijgt het aantal studenten verpleegkunde, maar dat betekent niet noodzakelijk dat er ook meer afstuderen en dat die dan ook nog in de sector willen werken. Maar dat blijkt nu wel het geval te zijn. Het aantal studenten verpleegkunde is het nog nooit zo hoog geweest: in totaal 6750 eerstejaars verspreid over 2880 in HBO5-opleiding en 3870 in de bacheloropleiding.
Daar zitten twee evoluties achter. Ten eerste weten de verpleegopleidingen een groter aandeel van de 18-jarigen naar zich te trekken. Jarenlang schommelde dat rond vijf procent, nu is dat acht procent: van één op de twintig werd dat één op de twaalf 18-jarigen.
Nog opvallender is de tweede trend: één op de zes eerstejaars zijn personen die op latere leeftijd aan de studies beginnen. Dit zijn ‘zij-instromers’ uit andere sectoren die zinvoller werk zoeken of huisvrouwen die herintreden. Een deel ervan zijn zorgkundigen die tijd vrij krijgen om te studeren en op te klimmen tot verpleegkundige.
Het grootste nadeel van de Belgische arbeidsmarkt speelt ook in het voordeel van de zorgsector. De honkvastheid van de werknemers is in deze sector nog groter dan in de rest van de arbeidswereld, leert een recent onderzoek van SDWorx. Een paar cijfers: in de non-profitsector is 47 procent van de werknemers nog nooit van werkgever veranderd tegenover 31 procent elders.
In de non-profitsector bedraagt de uitstroom amper 10 procent per jaar; gemiddeld is dit 17 procent en in sommige sectoren zelfs 25 procent en meer. Als er van werk wordt veranderd in de non-profitsector, gaat men veeleer naar andere voorzieningen of andere subsectoren maar stapt men bijna nooit geheel uit de sector.
Bron: De Standaard, De Morgen