De werkgevers hebben de laatste jaren veel beloofd, maar ze komen die beloftes niet na, vindt uittredend federaal minister van Werk Peter Vanvelthoven (SP.A). “Oudere werknemers en allochtonen zijn niet gewenst. Investeringen in opleiding zijn ondermaats. In onderzoek en ontwikkeling hinken onze bedrijven achterop. En in schoolstages zijn ze nauwelijks geïnteresseerd.” Vanvelthoven heeft er maar één woord voor: luiheid.
Volgens Vanvelthoven heeft de overheid de afgelopen jaren tal van inspanningen gedaan om werklozen te activeren. “Jongeren worden op de huid gezeten door de VDAB. Wie niet werkt, verliest zijn uitkering. Waalse werklozen worden naar de Vlaamse arbeidsmarkt gestuurd.” De minister wijst ook op de lastenverlagingen en bonussen voor de tewerkstelling van moeilijke groepen zoals ouderen, jongeren en allochtonen. “Maar degenen die de stuurknuppel mee in handen hebben, de bedrijven, moeten er dan ook gebruik van maken.”
Volgens de minister daalde het gemiddelde aantal uren vorming per geïnteresseerde werknemer tussen 2000 en 2005 van 36,2 naar 29,4. De helft van de 6000 jongeren in het deeltijds beroepsonderwijs vindt geen stageplaats. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn tussen 2000 en 2005 gedaald van 1,97% van het bbp naar 1,82%.
“Wie had ooit kunnen denken dat onze bedrijven zich zouden laten inspireren door Het recht op luiheid van Karl Marx?” vraagt de minister zich af. “Niet alleen de werklozen, maar ook de werkgevers in dit land moeten dringend geactiveerd worden. De bedrijven kunnen veel meer doen om werklozen aan het werk te helpen.”
Tussen haakjes: minister Vanvelthoven verwijst naar Het recht op luiheid. Die uitgave stamt evenwel niet van Karl Marx, maar van diens schoonzoon Paul Lafargue, die in zijn satirisch getoonzette pamflet uit 1880 pleitte om de extreem lange werkdagen te vervangen door een werkdag van drie uur.
Werkgeversorganisatie VBO reageert
Het VBO vindt de uitspraken een minister van Werk onwaardig, uiterst ongewoon en zeer misplaatst: “Bedrijven investeren fors in België en werven op grote schaal aan. Werkgevers maken wel degelijk werk van opleiding van werknemers. Europese bronnen tonen aan dat de Belgische werkgevers in Europees verband allesbehalve een modderfiguur slaan. Met vier op de tien werknemers die in 2005 een opleiding (betaald of ingericht door de werkgever) hebben gevolgd, behoort België tot de top vijf van 31 Europese landen. Waar het kan, zoals in de bouwsector, werken bedrijven en overheid nauw samen om via stageplaatsen mensen aan een job te helpen. Werkgeversorganisaties zoals het VBO nemen talrijke initiatieven om de inzetbaarheid van werknemers te verhogen onder meer op het vlak van taalvaardigheid en met het oog op meer diversiteit op de werkvloer.”
“Spreken van luie werkgevers die dringend moeten geactiveerd worden, is een kaakslag voor honderdduizenden kleine en grotere werkgevers in dit land. Zij kennen geen werkdagen van 9 tot 5 en beseffen zeer goed wat ze te winnen hebben bij innovatie en de inschakeling van alle beschikbare talenten. De huidige minister van Werk had trouwens de vernieuwing van ons economisch weefsel kunnen ondersteunen door het concept van flexicurity daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Blijkbaar doen de aanslepende regeringsonderhandelingen en het vooruitzicht op oppositie bij sommigen de stoppen doorslaan.”
Ook Unizo kaatst de bal terug
Ook Unizo, de Unie van Zelfstandige Ondernemers, is verrast over de uitspraken van Vanvelthoven: “De minister schoffeert, maar remedieert niet. Hij heeft zelf meerdere kansen laten liggen om werk aantrekkelijker te maken voor werknemer én werkgever.” Unizo verwijst onder meer naar het uitstel van de vrijmaking van de Belgische grenzen voor werknemers uit de nieuwe Europese lidstaten.
Unizo roept de overheid op ook voor eigen deur te vegen. “Er werken verhoudingsgewijs veel meer allochtonen in kmo’s dan bij de overheid. Bovendien hebben ook de werklozen binnen de kansengroepen de verantwoordelijkheid de geboden kansen te grijpen. De volgende federale minister van Werk moet daarom wél werk maken van een actief beleid ter zake.”
(Bronnen: De Morgen, Unizo, VBO)