Wij citeren de onderzoekers. Ten eerste, viel de instroom in werk vanuit werkloosheid en niet-beroepsactiviteit terug in 2020. Zeker voor niet-beroepsactieven is dit nefast, aangezien het een groep betreft die al moeilijk instroomt in werk en waarvan het aandeel in aanwervingen al laag is. Ten tweede nam de uitstroom naar een niet-beroepsactieve positie vanuit beroepsactiviteit (werk of werkloosheid) toe en bleef een groter aandeel niet-beroepsactieven in deze positie zitten. De transitie van werkloosheid naar een niet-beroepsactieve positie is bovendien in Vlaanderen ook iets sterker dan voor geheel België het geval is. Dit zijn minder gunstige evoluties, omdat niet-beroepsactieven doorgaans een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Willen we 80 procent mensen aan het werk krijgen in Vlaanderen, dan is het belangrijk om de werkzaamheidskloof van de meest kwetsbare profielen – 55-plussers, kortgeschoolden, jongeren en personen met een migratieachtergrond – te dichten. We leren (opnieuw) dat deze profielen moeilijker instromen in werk vanuit een niet-werkende positie of vaker uitstromen uit werk naar niet-werk. Deze tendensen werden bovendien versterkt tijdens het eerste jaar van de COVID-19-pandemie.
De recentste kwartaalberichten van Steunpunt Werk, samen met de vele noodkreten van ondernemers in de media en daarbuiten, tonen echter aan dat de arbeidsmarkt sterk aan het herstellen is en er momenteel een sterke vraag naar arbeidskrachten is in verschillende sectoren. Dat de afstand tot de arbeidsmarkt wat groter is geworden bij de meest kwetsbare profielen, maakt dit matchingproces moeilijker. De uitdaging is om hen samen met de andere niet-beroepsactieven terug warm te maken voor de arbeidsmarkt en de vele openstaande vacatures. Eén maatregel of aanpak zal hier niet voldoende zijn. Verschillende aspecten kunnen de toeleiding naar werk versterken, waarbij ook maatwerk en creativiteit belangrijk zijn. Het gaat over beleid op het vlak van opleiding (bijvoorbeeld in het kader van heroriëntering en het tegengaan van verouderde vaardigheden, retentie en ontmoediging), betaalbare en met werk combineerbare kinderopvang, werkbaar werk, multiwerkgeverschap, eindeloopbaan, transitie onderwijsarbeidsmarkt, inclusief ondernemen enzoverder. Dit bevindt zich vaak op het snijvlak van meerdere beleidsdomeinen en -niveaus. Versterkte samenwerking, maar ook ruimte voor asymmetrisch beleid – zoals gevraagd door de Vlaamse minister van Werk – zullen cruciaal zijn in deze omwentelingen, die nodig zijn om het matchingproces op de Vlaamse arbeidsmarkt te optimaliseren.
Onze bedenking: de job-bonus van 350 miljoen toch maar weer afschaffen en investeren in de pistes die Vansteenkiste en Scholiers suggereren? En mag het ook (alweer) wat meer zijn als men de paarden wil aansporen in plaats van af te remmen?
Bron: Steunpunt Werk. Lees het volledig rapport hier. https://www.steunpuntwerk.be/system/files/werk.focus_2021_04.pdf