Ze kregen tevens deze stelling: “Er is een goede balans tussen werk en privé”. In 2009 kreeg deze een 6,5. Vandaag klimt ook deze score naar 6,7.
Deze resultaten zijn belangrijk om de vitaliteit van medewerkers op de werkvloer te meten. De stijging wijst aan dat de mentale instelling van medewerkers erop vooruit gaat, wat ook invloed kan hebben op de fysieke gesteldheid.
“Schok van crisis voorbij”
“Je ziet dat werknemers er weer zin in hebben”, zo duidt Guido Heezen, HR-trendwatcher en directeur van Effectory, deze resultaten in het Nederlandse vakblad P&O Actueel. “De eerste schok van de crisis is voorbij en je ziet dat mensen de mouwen weer opstropen. Op het hoogtepunt van de crisis was er vaak een gevoel van ‘niet weten waar het heengaat’, wat apathie tot gevolg had, maar dat ebt nu langzaam weg. De werkdruk is in veel organisaties verhoogd, maar je ziet ook dat mensen er beter tegen zijn opgewassen.”
“Twee tendensen”
Er circuleren echter ook duidelijke andere geluiden over werknemers die zich murw geslagen voelen door de crisis. Zij willen gewoon vertrekken naar een andere job, zodra de arbeidsmarkt weer wat aantrekt. Heezen vindt dat die twee tendensen elkaar niet opheffen: “Je ziet dat de meeste mensen gewoon weer de mouwen opstropen en aan de slag gaan. Tegelijkertijd zien we dat lokaal in organisaties (dus op bepaalde afdelingen) bepaalde mensen de hakken in het zand zetten. Dat is goed om te weten, want dan kun je ook lokaal actie ondernemen.”
“Energie en motivatie”
Heezen stipt trouwens aan dat de opleving van de economie niet de enige reden is waarom de vitaliteit op de werkvloer weer stijgt. Organisaties gaan steeds meer letten op energie en motivatie. Ze bieden, bijvoorbeeld, bewegings- en voedingsprogramma’s aan.
Medewerkers met een goede fysieke en mentale conditie zijn minder vaak ziek, zijn productiever, voelen zich sneller betrokken en zijn daarmee een belangrijke succesfactor voor organisaties. Nederland kent trouwens een lichte daling van het ziekteverzuim (4,7 in het eerste kwartaal 2009 tegenover 4,6 in het eerste kwartaal 2010).
Heezen merkt op dat persoonlijke aandacht de vitaliteit stimuleert. Ook diverse werkgerelateerde aspecten kunnen de vitaliteit beïnvloeden, zoals de werktijden, werkdruk en ontwikkelingsmogelijkheden. Duidelijkheid van ieders rol en een goed contact met collega’s en leidinggevenden zijn ook belangrijk.
Bron: P&O Actueel