Bedrijfswagens zijn een populair loononderdeel. Dat geldt ook voor Belgen die voor een buitenlandse werknemer (zonder vaste inrichting in België) werken. Een recente wetswijziging (Koninklijk Besluit van 18 juni 2014) heeft de situatie van de buitenlandse bedrijfswagens evenwel gewijzigd.
Het oude systeem
Opdat een voertuig in België rechtsgeldig op de weg mag rondrijden, moeten zich enige documenten in de wagen bevinden (zoals het verzekeringsbewijs), waaronder ook het inschrijvingsbewijs in België. Dat inschrijvingsbewijs is ook noodzakelijk voor wagens van buitenlandse oorsprong (artikel 3 van het K.B. van 20 juli 2001 betreffende de inschrijvingen van voertuigen).
Op dit principe bestond echter één uitzondering: wanneer een natuurlijk persoon de wagen gebruikt in de uitoefening van zijn beroep en in bijkomende orde voor privédoeleinden, en als deze wagen ter beschikking wordt gesteld door een buitenlandse werkgever, dan diende het voertuig niet ingeschreven te zijn in België. Wel was een btw-attest (attest van niet-belastbare bestemming) vereist, dat zich steeds in de wagen diende te bevinden. Dat attest kon verkregen worden bij de btw-administratie na voorlegging van bepaalde documenten, waaronder de arbeidsovereenkomst met de buitenlandse werkgever, documenten omtrent de leasingkosten of de aankoopfactuur van de wagen.
Let op dat het woon-werkverkeer voor de toepassing van deze wetgeving ook gekwalificeerd werd als beroepsmatig gebruik. Hierdoor vielen in principe zowat alle buitenlandse bedrijfswagens van Belgische werknemers onder deze uitzonderingsbepaling.
Het nieuwe systeem
Het Koninklijk Besluit van 18 juni 2014 heeft deze uitzonderingsbepaling echter verder versoepeld. De bedrijfswagen moet nog steeds niet ingeschreven zijn in België, maar vanaf 1 oktober 2014 is een attest van niet-belastbare bestemming ook niet langer vereist voor buitenlandse bedrijfswagens.
Het K.B. legt wel de verplichting op om enkele andere, nieuwe documenten steeds in de buitenlandse bedrijfswagen te bewaren. Het gaat in het bijzonder om een kopie van de arbeidsovereenkomst met de buitenlandse vennootschap en een document opgesteld door de buitenlandse werkgever waaruit blijkt dat het voertuig ter beschikking gesteld is van de betrokken werknemer.
Aangezien deze beide documenten ter beschikking staan van de werkgever, zorgt dit voor een verminderde administratieve last voor de buitenlandse werkgever voor zijn Belgische werknemers. Waar vroeger nog een aanvraag bij de btw-administratie ingediend moest worden, kan nu vanaf het eerste moment een bedrijfswagen ter beschikking gesteld worden.
Auteur: Koen Fransaer (advocaat Claeys & Engels)