De nieuwe wetgeving die sinds 1 september in werking trad, stelt het voorkomen van psychosociale risico’s op het werk centraal. Voortaan is er sprake van ‘psychosociale risico’s op het werk’. Daarmee verlegt de wetgever de aandacht van symptomen (stress, pesterij, burn-out) naar oorzaken en factoren die problemen in de hand werken. In het preventiebeleid moet daarom rekening gehouden worden met de psychosociale risico’s, zoals dat ook geldt voor alle andere risico’s die de gezondheid en de veiligheid van de werknemers kunnen aantasten.
De nadruk wordt nog meer gelegd op het integreren van de psychosociale risicobeheersing in het globale dynamisch risicobeheersingssysteem. In het kader van de algemene risicoanalyse identificeert de werkgever in het bijzonder de situaties die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico’s op het werk.
Voortaan moet een risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie uitgevoerd worden op vraag van een leidinggevende of het comité voor bescherming en preventie op het werk.
De werkgever blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van de risicoanalyse. Zowel een algemene risicoanalyse die rekening houdt met psychosociale risico’s op het werk, als een risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie gebeurt met medewerking van werknemers en met de preventieadviseur psychosociale aspecten wanneer de complexiteit van de analyse het vereist.
Werknemers die menen slachtoffer te zijn van conflicten, ongezonde stress, burn-out of grensoverschrijdend gedrag, kunnen een verzoek tot een informele of formele psychosociale interventie indienen. Zo’n verzoek moet ingediend worden bij de preventieadviseur.
Werkgevers hebben tot 28 februari 2014 de tijd om hun arbeidsreglement aan te passen.
Bron: FOD Waso