Wijk-werken vervangt het vroegere PWA-systeem (plaatselijk werkgelegenheidsagentschap). Nog steeds krijgt de betrokkene in ruil voor enkele klusjes een kleine vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkering. Maar het nieuwe systeem is beperkt in de tijd voor de betrokkene en vertrekt vanuit een andere filosofie. Ten laatste binnen het jaar moeten wijkwerkers de volgende stap in een traject naar werk zetten. Dat kan een stage zijn, een opleiding, een individuele beroepsopleiding (IBO) of één van de andere beschikbare instrumenten. Vlaams minister van Werk Philippe Muyters maakte zo een einde aan het verstoppen van talentvolle mensen in subsidiejobs.
Om over te gaan naar het nieuwe systeem, werden alle ex-PWA-werknemers (ongeveer 7000 persoenn) gescreend. Vlaams Parlementslid Axel Ronse (N-VA): “Na een screening door de VDAB kozen uiteindelijk 1484 van die werknemers er vrijwillig voor om niet in te stappen in het nieuwe wijk-werken. Daarvan zijn er maar liefst 432 uitgestroomd naar een reguliere job. Dat komt neer op 30%. Veel vroegere PWA’ers wilden niet langer in dit systeem kamperen en kozen een nieuwe weg, en dat is fantastisch nieuws. 588 ex-PWA-werknemers volgen een traject persoonlijke dienstverlening en 61 zitten in een traject werkplekleren. Deze cijfers tonen aan dat veel mensen niet in het juiste systeem zaten en de herscreening van deze hele groep is dan ook een goede zaak.”
Heel wat mensen bleven wel in het systeem van wijk-werken. Ronse: “Ongetwijfeld zijn er nog veel mensen met potentieel om door te stromen naar een regulier traject of een reguliere job, maar het systeem uit het verleden heeft helaas een hangmat gecreëerd. Het toont dat de systemen uit het verleden van gesubsidieerde jobs die niet gekoppeld zijn aan activering en begeleiding, helemaal niet productief waren. Vaak hebben mensen voldoende competenties voor een vaste job.”
Met deze cijfers in de hand begrijpt Ronse niet dat Wallonië het PWA-systeem wél behoudt. “Het is des te jammer voor de duizenden getalenteerde Waalse werknemers die op die manier misschien levenslang in de werkloosheid blijven. Bovendien kost het de federale sociale zekerheid een pak centen in de vorm van extra uitgaven én gederfde inkomsten. Ten slotte fnuikt het de economische groei in zowel Wallonië als Vlaanderen, want werkgevers kunnen geen beroep doen op die mensen”, besluit Axel Ronse.