In de chemie wordt de eerste carensdag voor arbeiders dit jaar afgeschaft, volgend jaar verdwijnt ook de tweede. De derde carensdag verdwijnt dan voor werknemers met 15 jaar anciënniteit. Bovendien wordt de opzegtermijn voor arbeiders verlengd en verbetert de bestaanszekerheid bij tijdelijke en volledige werkloosheid. In deze branche evolueert het statuut van arbeider dus stap voor stap in de richting van dat van bediende.
Voorts komt er een verhoging van de minimumlonen van 0,27 euro per uur, gespreid over twee jaar. De sectorlonen stijgen met ingang van volgend jaar (0,12 euro per uur) en de ploegenpremies gaan ook wat omhoog. Een werkgroep zal de oprichting van een sectoraal pensioenfonds onderzoeken. Ten slotte blijven alle systemen van brugpensioen bestaan en wordt de syndicale premie opgetrokken.
Geen vorderingen – althans vanuit vakbondsstandpunt – werden geboekt op het vlak van de syndicale vertegenwoordiging in de KMO’s en van de “verbetering van het tijdskrediet”. Eind deze week moet de basis van bonden en werkgevers het voorakkoord goedkeuren.