Welgeteld 14 van de 23 onderzochte Nederlandse beursgenoteerde multinationals heeft al één of meer leden van de directie en het topmanagement naar het buitenland verhuisd. Bij zeven onder hen vond de verhuizing in de laatste 5 jaar plaats. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse kwaliteitskrant De Volkskrant.
Een voorbeeld: bij de Nederlandse uitgeversgigant Wolters Kluwer bevindt zich nagenoeg één op de drie van de top 100 hoofdkantoormanagers in het buitenland, ook de absolute top.
Lokale toppers in plaats van expatriates
Kostenbesparingen vormen uiteraard het hoofdmotief van die delokalisaties. Het gaat daarbij niet alleen om expatriates, om letterlijke verhuizingen. Meestal nemen lokale onderzoekers en managers na een tijdje de functies zelf in handen. De concerns hebben trouwens niet liever. Zo kunnen ze de grote groeimarkten ook voor zich winnen (door ‘lokale’ toppers aan te werven).
Minder onderzoek in onze contreien
Volgens Henk Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit, neemt de noodzaak voor multinationals om het denkwerk in Nederland te doen, hierdoor af. Onderzoeker Jasper Deuten van het Rathenau Instituut in Den Haag treedt hem bij op het vlak van onderzoeksactiviteiten. De noodzaak voor bedrijven om ‘slimme medewerkers’ in Nederland te houden, bestaat niet meer.
Belangen Nederlandse hoofdkantoor
Er komt nog een probleem bovenop. De directie en de raad van bestuur veranderen van samenstelling. De impact van die veranderde bestuurskamer wordt onderschat, waarschuwt professor Winfried Ruigrok aan de universiteit van St. Gallen (Zwitserland). De focus is immers veranderd. Bovendien eisen de problemen in het nieuwe thuisland van de toch mee verhuisde expatriates een flink deel van hun energie op.
Bron: HR Praktijk (hrpraktijk.nl), De Volkskrant (volkskrant.nl)