Uit onderzoek van de Britse Heriot-Watt University and the School for CEOs Research bij 300 senior executives blijkt dat iedereen tijdens zijn loopbaan last heeft van het zogenaamde oplichterssyndroom. Al spreken de onderzoekers liever van ‘oplichtersgevoel’, omdat bijna iedereen gedurende zijn carrière last heeft van dit gevoel. Bovendien suggereert de term syndroom dat het om een psychologische aandoening gaat, wat niet het geval is.
Vooral vrouwelijke leidinggevenden (54 procent) blijken meer te kampen met het oplichtersgevoel. Slechts een kwart van de mannelijke leidinggevenden hebben daar last van.
Uit het onderzoek blijkt ook dat oudere leidinggevenden minder last hebben van een oplichtersgevoel dan jongere leidinggevenden: 55 procent van de 24 tot 44-jarigen kampen er soms mee, bij 45 tot 54-jarigen daalt dit percentage tot 30 procent en bij 55-plussers tot 23 procent. Volgens de onderzoekers is dit te verklaren door een gebrek aan ervaring bij jongere leidinggevenden.
Al hadden de onderzoekers het omgekeerde verwacht: dat oudere leidinggevenden meer zouden kampen met oplichtersgevoelens omdat eventuele gevolgen van door de mand te vallen groter zijn. Maar juist door hun ervaring kunnen ze eventuele fouten beter plaatsen en relativeren. Terwijl jongere leidinggevenden de fout veeleer bij zichzelf leggen en als een persoonlijk falen ervaren.
Uit gesprekken met de respondenten blijkt eveneens dat af en toe eens aan zichzelf twijfelen eerder een goede eigenschap is. Al wijzen de onderzoekers er op dat oplichtersgevoelens vaak samengaan met angst en perfectionisme.
Bron: School For CEOs