Het akkoord werd in januari gesloten tussen de sociale partners, maar omdat de erin opgenomen afschaffing van het gewestelijk deel van de onroerende voorheffing op gebouwen budgettair niet haalbaar was, stelde de Vlaamse regering voor die te vervangen door de afschaffing van de onroerende voorheffing op materiaal en outillage. Het ACLVB beklemtoonde dat de lastenverlaging voor de bedrijven gekoppeld moet zijn aan de werkgelegenheid. De werkgevers moeten zich over het akkoord nog uitspreken.