Het Hof baseert deze beslissing onder andere op een Europese raamovereenkomst waarin wordt bepaald dat ouderschapsverlof de gelijke behandeling van mannen en vrouwen tot doelstelling heeft daarom niet restrictief mag uitgelegd worden. De verworven rechten of rechten in wording tijdens de periode van het ouderschapsverlof dienen dan ook ongewijzigd behouden te blijven tot het einde van het verlof.
Daarnaast argumenteert het Hof ook dat voltijdse werknemers die deeltijds ouderschapsverlof nemen in België toch ook hun anciënniteit blijven opbouwen alsof de prestaties niet verminderd zijn en dat de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in geval van deeltijds ouderschapsverlof geacht wordt de loonsvermindering te compenseren.
Dit arrest geldt enkel voor ouderschapsverlof. Voor werknemers die genieten van
loopbaanvermindering/tijdskrediet oordeelden het Hof van Cassatie en het
Grondwettelijk Hof dat de opzegtermijn moet berekend worden op basis van het
voltijds loon, maar dat de opzegvergoeding moet berekend worden aan de hand van het reële (en dus deeltijdse) loon.
Daarnaast argumenteert het Hof ook dat voltijdse werknemers die deeltijds ouderschapsverlof nemen in België toch ook hun anciënniteit blijven opbouwen alsof de prestaties niet verminderd zijn en dat de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in geval van deeltijds ouderschapsverlof geacht wordt de loonsvermindering te compenseren.
Dit arrest geldt enkel voor ouderschapsverlof. Voor werknemers die genieten van
loopbaanvermindering/tijdskrediet oordeelden het Hof van Cassatie en het
Grondwettelijk Hof dat de opzegtermijn moet berekend worden op basis van het
voltijds loon, maar dat de opzegvergoeding moet berekend worden aan de hand van het reële (en dus deeltijdse) loon.