Het doctoraatsonderzoek is het werk van Sofie Rogiest, die change management consultant is geweest bij Deloitte en Acerta, en die nu onderzoek doet aan de Antwerp Management School en de Universiteit van Tilburg. Rogiest deed onderzoek bij een drietal Belgische politie-eenheden waar onlangs reorganisaties zijn doorgevoerd. Ze wilde weten wat het succes van de veranderingsprocessen bepaalt.
Verandering van gedrag
“Verandering in organisaties komt neer op verandering van het gedrag van de medewerkers”, aldus Rogiest. “Het succes van een reorganisatie wordt dus bepaald door de mate waarin medewerkers geneigd zijn hun gedrag te veranderen.”
Dat doen medewerkers alleen als ze de veranderingen accepteren, als die veranderingen in de gedeelde normen en waarden worden opgenomen. Daarvoor wordt de term ‘affective commitment’ gebruikt. Rogiest ontdekte dat deze betrokkenheid niet zozeer bepaald wordt door de aanpak van de reorganisatie, maar vooral door het klimaat dat daarvóór al in de organisatie heerst.
“Reorganisaties zijn succesvoller bij eenheden waar altijd al aandacht was voor de betrokkenheid van medewerkers. Is daar – vooraf – een tekort aan, dan is dat lastig te compenseren tijdens een veranderingsproces.” Een klimaat van betrokkenheid creëren is dus een continue opdracht om veranderingen in de toekomst te faciliteren, zo leidt Rogiest daaruit af.
Let op met participatie
Het is niet de enige opvallende conclusie uit het onderzoek. Zo zijn de positievere verwachtingen die oudere medewerkers hebben over het veranderingsproces groter dan bij hun jongere collega’s. Daarnaast stelde Rogiest vast dat het organiseren van participatie van de medewerkers soms slecht kan uitpakken. “De vraag of inspraak en dergelijke tijdens de reorganisatie een goed idee is, wordt mee bepaald door het klimaat in de organisatie en door de opvattingen en verwachtingen die individuele medewerkers hebben over leiderschap.”
Zo zorgt in een sterk geformaliseerd klimaat participatie in de besluitvorming voor een negatievere kijk van de medewerkers op de verandering, aldus één van de conclusies. Ook wees het onderzoek uit dat voor medewerkers die duidelijke sturing verwachten van hun leidinggevende, participatie slecht uitpakt. Participatie heeft wél een positief effect op betrokkenheid bij medewerkers die leiderschap beschouwen als een vaardigheid die te leren, te ontwikkelen is.
“Bij de aanpak van reorganisaties is het dus van belang eerst te kijken welke eigenschappen de medewerkers hebben”, aldus Rogiest. “Op grond daarvan kan dan de keuze gemaakt worden of de medewerkers bij de besluitvorming moeten worden betrokken.”
Bron: Tilburg University (www.tilburguniversity.edu)