Dat blijkt uit onderzoek van van Evi Dons (Universiteit Hasselt, Vito). Zij maakte er haar doctoraat over, dat ze gisteren verdedigde. Er doen zich grote verschillen voor in de blootstelling aan roetdeeltjes in de lucht. Bij mensen die op hetzelfde adres wonen, lopen de verschillen op tot 30 procent tussen de thuisblijver en de uitwerkende partner.

Vooral de verplaatsing naar het werk doet mensen heel wat roet slikken. Mensen spenderen zes procent van hun tijd aan verplaatsingen, maar die zijn wel goed voor meer dan een vijfde van hun blootstelling. Tijdens deze trips krijgen ze bijna een derde van hun dagelijkse dosis binnen.

De blootstelling is het hoogst in motorvoertuigen (auto, bus, tram en metro), en het laagst voor fietsers en voetgangers, en in treinen. De blootstelling is ook gerelateerd aan tijd en plaats. In de spits en op weekdagen zijn de concentraties roet het hoogst. Op de snelwegen en in de steden is de blootstelling het grootst, bij snelheden boven de 80 km en onder de 30 km per uur.

Dons deed haar metingen door 62 mensen (31 paren) verspreid over heel Vlaanderen een week lang met een meettoestelletje uit te rusten. Het is de eerste keer dat een studie op deze schaal persoonlijke blootstelling meet.

Bron: De Standaard