De federale regering besliste om de pensioenleeftijd stelselmatig te verhogen van 65 naar 67 tegen 2030. Daarnaast worden ook de voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan verstrengd. Zo is het vanaf 2019 pas vanaf 63 én na een loopbaan van 42 jaar mogelijk met vervroegd pensioen te gaan. Wie langer werkt, zou dan wel een hoger pensioen krijgen, zo verzekerde minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) namens de regering altijd.
Maar dat laatste blijkt niets steeds te kloppen. Zolang het wettelijk pensioen op jaarbasis onder 15.570 euro bruto blijft, is er geen probleem. Maar wie door langer te werken zijn wettelijk pensioen ziet aangroeien tot 16.500 euro, gaat er netto op achteruit. Terwijl het brutopensioen bijna 1000 euro stijgt, daalt het nettopensioen met 120 euro tot 15.450 euro. Dit effect, met de toepasselijke naam de ‘pensioenval’, werd gesignaleerd door PwC.
Minister Bacquelaine (MR) zegt in een reactie dat hij zijn collega-minister van Financiën John Van Overtveldt (N-VA) zal aanmanen een oplossing uit te werken, zodat de regering haar belofte kan waarmaken. “Een verhoging van het brutopensioen moet voor ons leiden tot een nettoverhoging”, reageert Bacquelaine. Zolang de fiscale regels niet zijn aangepast, zal hij de pensioenplannen van de regering dwarsbomen.
Bron: De Tijd (tijd.be) en De Morgen (demorgen.be)