> Overdaad schaadt
Nachtarbeid mag dan nog een economische noodzaak zijn in sommige sectoren, hij blijft tegennatuurlijk. En overdaad schaadt. Een ernstig probleem in dit verband is dat dagarbeid financieel niet aangemoedigd wordt, integendeel zelfs. In een vierploegenstelsel, bijvoorbeeld, werken de personeelsleden theoretisch 42 uur per week. Bij een wettelijke arbeidsduur van 38 uur levert dit 24 arbeidsduurverkortingdagen of ADV-dagen per jaar op, die de werknemer meestal vrij kan invullen. De arbeider draait in een cyclus van vier weken zeven nachtdiensten na elkaar, maar hij zal zelden een ADV-dag opnemen tijdens de nachtdienst. “Nachtarbeid wordt beter betaald”, is de eenvoudige verklaring van Erwin Eysackers.
Analoog presteert men in een vijfploegenstelsel te weinig uren per week en zijn er ‘terugkomdagen’ om de 38 uren rond te krijgen. De werknemer kiest vaak een ‘terugkomnacht’, alweer uit financiële overwegingen. Kan en/of moet men de ploegenwerkers niet tegen hun eigen ongezonde keuzes beschermen, niet alleen uit sociale bewogenheid, maar ook om ziekteverzuim te reduceren? Mogelijk is het in ieder geval signaleert Erwin Eysackers: “In sommige bedrijven bestaat een globale ploegenpremie. De onderneming betaalt evenveel voor dag- en nachtwerk en gebruikt de globale ploegenpremie als compensatie voor het nachtwerk. Dit systeem is helaas nog weinig verspreid.”
> Rust en rotatie
Erwin Eysackers raadt aan om niet meer dan vijf dagdiensten en niet meer dan vier nachtdiensten na elkaar te werken. “Het gezondheidsrisico verhoogt naarmate het aantal opeenvolgende diensten toeneemt”, zegt de onderzoeker. “Werknemers stellen graag grote werkblokken samen omdat ze dan ook langere periodes vrij zijn. Dat biedt sociale voordelen: men kan bijvoorbeeld voor een vijftal dagen op reis gaan. Het is begrijpelijk dat mensen daarvoor kiezen, maar het is schadelijk voor de gezondheid.”
Eysackers pleit voor twee dagen rust na een opeenvolging van nachtdiensten, met een late dienst erachter. Met één dag rust kan het lichaam zich niet aanpassen. Een ploegenwerknemer die na twee dagen rust een vroege dienst presteert, heeft twee nachten onvoldoende geslapen. De eerste nacht moest hij recupereren van het nachtwerk of kon hij de slaap niet vatten omdat hij ‘s morgens al had geslapen, de tweede nacht moest hij vroeger opstaan dan bij een normale nachtdienst.
De rotatiesnelheid of de snelheid waarmee men van type dienst wisselt binnen een opeenvolging van diensten, heeft invloed op de gezondheid. “In een reeks van zeven diensten is het aangewezen om twee tot vier dezelfde diensten na elkaar te presteren,” weet Eysackers. “Een hogere rotatie is niet goed omdat het lichaam zich constant moet aanpassen aan een ander moment van rust. Is de rotatie te laag, dan past het lichaam zich helemaal aan één dienst aan en valt daarna de omschakeling ook te zwaar.”
> Voorwaarts, niet achterwaarts
Voorwaartse rotatie is beter dan achterwaartse rotatie. Bij achterwaartse rotatie is er een opeenvolging van diensten tegen de klok in, bijvoorbeeld een nachtdienst gevolgd door een late dienst, of een late dienst gevolgd door een vroege. Het lichaam heeft dan te weinig tijd om te recupereren. Eysackers pleit er ten slotte voor om de occasionele dagdiensten zoveel mogelijk te verspreiden over de cyclus, omdat ze het minst vermoeiend zijn en dus voor ‘rustmomenten’ zorgen.
Hoe brengt men echter de werknemers tot betere inzichten? Eysackers ziet een rol weggelegd voor de vakbonden: “Het gaat niet alleen over de vermoeidheid of zelfs uitputting van de werknemer. Een verzwakte concentratie kan ernstige gevolgen voor wie met machines werkt. De vakbond moet zich beraden over zijn aanpak: verdedigt hij de sociale voordelen van de werknemers door te pleiten voor grote werkblokken en dus lange vrije periodes of denkt hij aan de gezondheid en veiligheid van het personeel. Totnogtoe werd te veel voor het sociale aspect gekozen, omdat de werknemers dat ook zelf willen. Misschien dringt de tijd voor een meer paternalistische aanpak: kiezen voor de gezondheid van de werknemers omdat zij zelf er niet voor kiezen. Ik merk hier voor werkgevers en vakbonden gelijklopende belangen op.”
Ploegenwerk: een voorbeeld van het minste kwaad
Week | Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo |
1 | V | V | L | L | N | N | |
2 | D | V | V | L | L | ||
3 | N | N | V | ||||
4 | V | L | L | N | N | ||
5 | D | V | V | L | L | N | |
6 | N | D | V | V | |||
7 | L | L | N | N | |||
8 | D | V | V | L | L | N | N |
9 | D | V | V | L | |||
10 | L | N | N |
werk- en rustperiodes zijn goed gespreid
voldoende recuperatie na nachtdienst (minimum 2 dagen)
nooit meer dan twee opeenvolgende nachtdiensten (maximum 4 dagen)
grote rotatie: nooit meer dan twee dezelfde diensten na elkaar (maximum 4, minimum 1, dagdienst niet meegerekend)
voorwaartse rotatie: V, L, N
dagdiensten verspreid over cyclus.
weinig vrije weekends
maximaal vier dagen na elkaar vrijaf
toch nog zes dagen na elkaar werken (al is het vaak meer).
gebruik een globale ploegenpremie, stimuleer geen nachtwerk
met een nachtdienst die om 22 uur begint, is ook de avond verloren: start dus om 23 uur.