De driemaandelijkse Randstad-barometer geeft aan hoe werknemers en werkzoekenden de arbeidsmarktsituatie inschatten om werk te vinden of om van werk te veranderen. Het onderzoeksbureau Dimarso voert de peiling telkens uit bij 1000 personen. De barometer vertoonde de voorbije jaren een sterke daling. De nieuwe meting vond plaats in volle oorlogstijd. Ze reveleert dat de dalende trend inzake werknemersvertrouwen weliswaar nog steeds aanhoudt maar slechts in zeer geringe mate. Bovendien vindt de daling alleen plaats in Wallonië en
Brussel. In Vlaanderen wordt de barometer voor het eerst in bijna drie jaar stabiel. Dit betekent dat het uitbreken van de oorlog in Irak hoogstens een zeer beperkte negatieve invloed heeft gehad op het werknemersvertrouwen.

Ongeveer 34% van de ondervraagden antwoordde positief in april, tegenover 35% drie maanden eerder. Het aantal respondenten dat “neutraal” antwoordde daalde een beetje. Daardoor steeg het aantal personen met negatieve gevoelens van 52 naar 55%. De eerder kleine daling komt echter volledig voor rekening van Wallonië en Brussel. Op dit ogenblik schatten in het Zuiden van het land nog slechts 27% van de ondervraagden de arbeidsmarktsituatie positief in. Drie maanden geleden was dit nog 30%. In de zomer van 2000, op het hoogtepunt van de conjunctuur, was zelfs 57% van de Brusselaars en Walen positief gestemd. Het aandeel van de pessimisten in het zuiden van het land is gestegen van 21% in 2000 naar 61% nu. Vlaanderen heeft traditioneel een hoger werknemersvertrouwen dan Wallonië en Brussel.