In 2023 vertrokken opvallend meer jongeren onder de 25 jaar bij hun werknemer. Het gaat om een stijging van 41 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, en toen was er al een enorme stijging van +135 procent. Het zijn vooral de jongeren die zelf hun job opzeggen.

De ontslagcijfers bij jongeren breken records. Sinds begin dit jaar zijn al 40,8 procent meer werknemers jonger dan 25 jaar vertrokken op hun job. In een kleine helft van de gevallen (43,5 procent) is het de werknemer zélf die het arbeidscontract verbreekt. Dat is een lichte daling met vorig jaar (-12,3 procent). Het gebeurt ook vaak dat werknemer en werkgever samen tot de conclusie komen het contract te verbreken (38,5 procent). In 18 procent van de gevallen werd de werknemers ontslagen. Dat blijkt uit cijfers van Acerta.

“De min-25-jarigen zijn nog meer dan vroeger een kritische generatie die aan het stuur van de loopbaan wil zitten”, zegt Kathelijne Verboomen, arbeidsexperte van Acerta Consult. “De arbeidsmarkt is bovendien nog steeds krap en bedrijven zijn volop op zoek naar jong talent. Jongeren beseffen dat ze veel kansen zullen krijgen. We zien daarom ook dat het initiatief bij het beëindigen van een contract veel meer bij de werknemer zelf ligt, in vergelijking met de periode voor en tijdens de coronacrisis.”

Duurzame loopbanen

Jonge werknemers die vertrekken, zijn gemiddeld wel langer in dienst bij de werkgever dan vroeger. In 2019 zei men gemiddeld na iets minder dan een jaar (0,8 jaar) het contract op. In 2023 zijn vertrekkers gemiddeld 1,27 jaar in dienst. In Brussel zijn de -25-jarigen duidelijk langer in dienst vooraleer hun contract ontbonden wordt (1,4 jaar), in vergelijking met Vlaanderen (1,27 jaar) en Wallonië (1,17 jaar).

“Veel jongeren maken een switch van een job die praktische voordelen biedt op korte termijn naar een loopbaan die duurzaam is op de lange termijn, met meer carrièremogelijkheden en flexibiliteit. Bedrijven die de war for talent willen winnen, zetten dus best in op duurzame loopbanen met een langetermijnperspectief, opleidingen en doorgroeimogelijkheden”, gaat Verboomen verder. “Waar jongeren ook heel veel aandacht aan schenken, is hoe duurzaam hun werkgever te werk gaat, hoeveel aandacht die heeft voor hun (mentaal) welzijn en wat een bedrijf doet om een haalbare balans tussen werk en privé te bewerkstelligen. Anderzijds zijn er ook veel jongeren die na enige tijd opnieuw gaan studeren, de transitie is dus niet alleen werk-werk, maar ook werk-studie.”

LEES MEER OP HRSQUARE.BE

• De contractuele verhouding tussen de managementvennootschap en de vzw in het licht van de RSZ-wetgeving (Cass. 19 mei 2025)
• In een snel veranderende wereld moeten we ons baseren op feiten
• Inkomenskloof tussen mannelijke en vrouwelijke zelfstandigen met bijna een derde afgenomen op 20 jaar tijd
• HR en innovatie: op zoek naar balans 
• Slechts 16 procent kijkt gemotiveerd uit naar maandagochtend