Aan de essentie van het regeerakkoord wordt niet geraakt, maar een aantal maatregelen wordt wel versoepeld:
- De leeftijdsgrens voor brugpensioen bij bedrijven in moeilijkheden en in herstructurering wordt geleidelijk verhoogd. Pas in 2020, bij het einde van de legislatuur dus, komt ze op 60 jaar te liggen. Dat is drie jaar later dan gepland.
- Ook brugpensioen in de bouwsector en andere zware beroepen wordt versoepeld. De leeftijdsgrens werd van 56 naar 58 verhoogd, maar dat zou nu geleidelijker gebeuren.
- Ondertussen blijft ongemotiveerd tijdskrediet ook na 1 januari mogelijk. De regeling dooft dus geleidelijker dan gepland uit.
- Wie jonger is dan zestig en al aanspraak kan maken op een landingsbaan, behoudt zijn rechten. Al geldt dit enkel voor werknemers met een zwaar beroep, of die langer dan 40 jaar hebben gewerkt of in herstructurering zitten.
- Ook aan de inschakelingsvergoeding, de vroegere wachtuitkering, wordt gesleuteld. Wie 21 jaar is en geen diploma heeft, zou volgens het oorspronkelijke plan met Nieuwjaar zijn uitkering verliezen. Nu wordt de overgang naar het nieuwe systeem pas in de tweede helft van volgend jaar ingevoerd.