Dirk Velghe (Vacature.com): “De geloofwaardigheid van de CIM-cijfers voor onze branche is geërodeerd omdat de metingen van het reële bereik van de rekruteringsbijlagen onvoldoende verfijnd zijn.”
Dirk Velghe (Vacature.com)
foto Vacature
Het onderzoek en de statistiek van het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) met betrekking tot oplage en bereikcijfers is voor de jobbijlagen van de kranten (en trouwens ook voor de andere media met publiciteit) een wapen in de onderlinge concurrentie, zoals de kijkcijfers dit zijn voor de televisiezenders. Vandaag echter stelt Vacature.com de gevestigde situatie in vraag. Volgens algemeen directeur Dirk Velghe van Vacature is de geloofwaardigheid van de CIM-cijfers voor zijn branche geërodeerd omdat de metingen van het reële bereik van de rekruteringsbijlagen onvoldoende verfijnd zijn. Voortaan werkt Vacature dan ook met een nieuwe maatstaf, namelijk de Brand Media Monitor (BMM) van TNS Media. De BMM is een multimediastudie waaraan vorig jaar 204 organisaties deelnamen, waaronder dus ook Vacature als enige rekruteringsbijlage. Het grote verschil is volgens Dirk Velghe dat met de BMM het rechtstreekse bereik van de rekruteringsbijlagen wordt gemeten en dat dus niet meer de omweg van de “moederpublicaties” genomen wordt. “De CIM-methode kijkt met een vergrootglas, de BMM met een microscoop”, zegt Velghe. “Daardoor levert de nieuwe methode een correcter beeld op en dat is een verbetering voor alle spelers op de rekruteringsmarkt. Ik roep dus Job@ en Références op om ook over te schakelen op de nieuwe maatstaf.” Alvast Job@, bij monde van marketingmanager Bart Arrazola de Onate, heeft geen oren naar deze oproep. Commentarieert Arrazola: “Wij bespeuren geen enkele reden om van maatstaf of meetmethode te veranderen. De CIM-keuring is algemeen aanvaard door alle spelers op de markt.” Ter verduidelijking: in het CIM zijn drie partijen vertegenwoordigd, namelijk de adverteerders, de reclame-agentschappen en mediacentrales en de reclameregies en media.
Ook op andere terreinen geeft Vacature.com nieuwe impulsen aan de competitie. Zo is er een nieuwe vennootschap in oprichting voor online-rekruteringsmedia waarin Vacature voor 65% participeert en de groep Rossel (Le Soir, Références) voor 35%. Het opzet is door krachtenbundeling de inkomsten en rendabiliteit van de online-activiteiten te verhogen, een nationale speler te creëren en in een straal van 300 kilometer rond Brussel de sterkste te worden (Rossel bezit immers ook publicaties in Noord-Frankrijk en Luxemburg). De nieuwe vennootschap bevestigt de al langer lopende “losse” samenwerking tussen Rossel en Vacature. Ter herinnering: eind vorig jaar nam Vacature de banensite JobsCareer over, ook al met de bedoeling de grootste op de markt van de online-rekruteringsadvertenties te worden.
Ten slotte kondigde Dirk Velghe nog een nieuw initiatief aan. Eén keer per week, op woensdag, verschijnt in De Tijd en De Morgen een banenkatern van minstens acht bladzijden in vier kleuren. Het is een soort directory van alle nieuwe banen die binnenliepen na de verschijning van de weekendbijlagen. Inhoudelijk is Hyperlink – zo heet de katern – niet erg gestoffeerd. De teksten zijn grotendeels geïnspireerd op deze uit de bijlagen die bij de bladen van de Roularta-groep verschenen, tot deze zich recent terugtrok uit Vacature. Het opzet is door een interactieve aanpak trafiek te genereren naar de website.
Banen en advertenties
nr7
Hans De Rore (Job@): “Het banenplan moet ook de werkgelegenheid bevorderen.”
Hans De Rore (Job@)
Hendrik De Schrijver
Job@ speelt met zijn nieuwe campagne dan weer in op de politieke actualiteit en het werkgelegenheidsprobleem en maakte op 26 augustus zijn eigen tien punten tellende “banenplan” bekend. Met een gastoptreden van de bevoegde minister (zie verder). Het plan strekt ertoe de arbeidsmarktcommunicatie te stimuleren. Volgens algemeen directeur Hans De Rore is het niet uitsluitend de bedoeling meer rekruteringsadvertenties voor zijn medium aan te trekken. Het banenplan moet ook de werkgelegenheid bevorderen. Het is alvast vanuit marketingoogpunt een geniale zet.
Het meest opvallende van de tien actiepunten is het aanbod van een gratis personeelsadvertentie voor alle bedrijven in België. Tot nog toe wordt in Vlaanderen slechts 27,5% van de vrije banen via een advertentie bekendgemaakt. De gratis advertentie voor alle bedrijven moet meer jobs in de openbaarheid brengen, zodat werkzoekenden beter geïnformeerd worden en meer kansen krijgen. Ook opmerkelijk is dat Job@ belooft het eerste (geplafonneerd) maandloon terug te betalen van schoolverlaters die via zijn kanalen werden aangeworven. Voorts krijgen startende bedrijven een prijsvermindering tot -75% voor hun personeelsadvertenties. Ondernemingen die een lager geschoolde aanwerven ontvangen een korting van 40% op de advertentiekost. De actie heeft tevens oog voor knelpuntfuncties: jobaanbiedingen voor ingenieurs, boekhouders en verpleegkundigen worden automatisch een tweede keer gepubliceerd. Job@ zal systematisch redactionele aandacht besteden aan opleiding en stuurt elke week een lezer naar een gratis professionele cursus. Humanitaire organisaties kunnen dan weer een gratis advertentie plaatsen om personeel aan te werven. Nog een stuntje is de overeenkomst met de VDAB, waardoor alle banen die door Job@ gepubliceerd worden, doorgeplaatst worden op de banensite van de VDAB. Dit “strategisch akkoord” moet het elektronische marktaandeel van Job@ gevoelig verhogen. Het is de tegenzet voor de zware investeringen van concurrent Vacature in de elektronische media. Ten slotte wordt een “schaduwkabinet” opgericht, bestaande uit bedrijfsleiders en HR-managers, dat de maatregelen en prestaties van de regering op het vlak van tewerkstelling zal gadeslaan en becommentariëren.
Werkgelegenheid: “streng en eerlijk”
nr7
Frank Vandenbroucke: “Ik begrijp dat mensen soms de moed verliezen, maar we kunnen niet aanvaarden dat ze geen inspanning meer doen om te solliciteren, zich te laten begeleiden of een opleiding te zoeken.”
Frank Vandenbroucke
Hendrik De Schrijver
Federaal minister van Werk en Pensioenen was een opgemerkte gast op de presentatie van het Job@-banenplan. “Een regering kan geen jobs scheppen per decreet. Wel kan ze de voorwaarden bepalen om een maximaal aantal jobs uit de economische heropleving te halen. Dat kan alleen als er consensus is tussen de overheid, de vakbonden en de werkgevers”, zegde Vandenbroucke. “De ervaring leert dat landen waar vakbonden, werkgevers en regering eensgezind zijn, erin slagen om de arbeidsmarkt aan te passen. Landen waar dat niet gebeurt, mislukken.” De werkgelegenheidsconferentie deze maand moet de neuzen van alle betrokkenen op de arbeidsmarkt in dezelfde richting zetten. Het doel is meer banen. Vandenbroucke wil vijf punten bespreken. Eerste punt is de verdeling van de vermindering met 800 miljoen euro van de patronale bijdragen. Voorts wil de minister afspraken over de “werkbonus”, een nieuw systeem om werknemers met een laag brutoloon netto meer te geven. Met de deelregeringen wil hij bekijken hoe de begeleiding van de werklozen kan worden verbeterd. Van de bedrijven verwacht Vandenbroucke grotere inspanningen voor vorming en opleiding. Zegt de minister: “We hebben meer laaggeschoolden dan andere landen en we doen minder aan opleiding. Gemiddeld investeren bedrijven in Europa 2,3% van de loonkost in opleiding. Bij ons is dat maar 1,6%.” Ten slotte wil Vandenbroucke het systeem van de dienstencheque sterk uitbouwen. De logica: “Het kan niet dat er zoveel in het zwart wordt geklust, terwijl er zoveel mensen aan de dop staan.” Hij wil dus de fiscale lasten op arbeid voor eenvoudige klussen verlagen. Vandenbroucke wil ook een extra inspanning tegen de jongerenwerkloosheid, door elke nieuwe werkloze een concrete job aan te bieden. Nu gebeurt dit slechts bij 58% van de betrokkenen. Vandenbroucke liet bovendien optekenen dat hij de sancties tegen werkonwillige werklozen opnieuw wil onderzoeken: “We zullen strenger moeten worden met een correcte controle op de werkbereidheid van werklozen. Ik begrijp dat mensen soms de moed verliezen, maar we kunnen niet aanvaarden dat ze geen inspanning meer doen om te solliciteren, zich te laten begeleiden of een opleiding te zoeken. Het systeem moet eerlijk gespeeld worden. Alleen dan kun je iedereen ook goed beschermen.” De minister nam expliciet afstand van het in het regeerakkoord tot doel geproclameerde cijfer van 200.000 nieuwe banen: “Het is strijdig met mijn motto dat je in de politiek beter een pragmatisch voorstel radicaal kan uitvoeren dan een radicaal voorstel pragmatisch uitvoeren. Men mag mij na vier jaar wel afrekenen op de vraag of de arbeidsmarkt beter functioneert.”