Dat zijn de belangrijkste conclusies van het jaarlijkse onderzoek naar topsalarissen door professor Xavier Baeten en researchers Said Loyens en Bettina De Ruyck van het Executive Remuneration Research Centre van Vlerick Business School. Het staal van 2017 bestaat uit 844 beursgenoteerde ondernemingen in België, Frankrijk, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en voor het eerst ook Zwitserland.
De mediaan van de totale remuneratie (vast salaris, bonus en aandelengerelateerde remuneratie) van CEO’s bedroeg in 2017 in de Bel 20-bedrijven 1.975.000 euro (2016: 2.080.000 euro), in de Bel Mid 865.000 euro (2016: 690.000) en in de Bel Small 525.000 euro (2016: 560.000 euro). De mediaanremuneratie is dus licht gedaald in de grootste en kleinste beursgenoteerde bedrijven, maar is sterk gestegen in de Bel Mid.
“Dit betekent niet dat alle CEO’s in de middelgrote beursgenoteerde bedrijven een significante stijging hebben ontvangen”, zegt Xavier Baeten, professor of Reward and Governance bij Vlerick Business School. “Van de 29 Bel Mid bedrijven voor wie we ook voor 2016 gegevens hebben, zijn er 12 waar de remuneratie is gedaald of stabiel gebleven. Maar er zijn er wel 14 voor wie de remuneratie met meer dan 10 procent is gestegen. Het gaat dan dikwijls om bedrijven die in 2016 geen aandelengerelateerde beloning (long-term incentives) toekenden, maar dat wel deden in 2017.”
Belgische CEO verdient minder
Een analyse van de grote beursindexen toont dat België en Zweden tot de hekkensluiters behoren, met een respectievelijke mediaanremuneratie van 1.975.000 en 1.740.000 euro. De CEO’s van de grote beursgenoteerde bedrijven in onze buurlanden verdienen meer (Nederland (AEX): 3.590.000 euro, Duitsland (DAX): 6.205.000 euro, Frankrijk (CAC 40): 4.440.000 euro, UK (FTSE 100): 3.830.000 euro en Zwitserland (SMI Expanded): 3.245.000 euro.
Dit betekent niet dat Belgische CEO’s tot de slechtst betaalden behoren. Als rekening wordt gehouden met de grootte van het bedrijf zijn het vooral CEO’s van Duitse en Britse beursgenoteerde bedrijven die duidelijk veel meer verdienen dan hun Belgische collega. Het gaat om een verschil van respectievelijk 35 en 29 procent.
De grootte van het bedrijf heeft de meeste impact op de remuneratie van de CEO. Tegenover elke stijging van 1 procent in beurskapitalisatie staat een stijging van 0,43 procent in de remuneratie van de CEO. Een andere opmerkelijke bevinding is dat buitenlandse CEO’s meer betaald worden, ook al beweert men dat dit een internationale markt is. Verder is het ook zo dat bedrijven met een meer versnipperd aandeelhouderschap hun CEO’s meer betalen. Dit zou kunnen te maken hebben met het feit dat hier minder sprake is van een ‘controlerende’ aandeelhouder, die ook nauwlettend toeziet op de salarissen van het topmanagement.
Remuneratie zet niet aan tot langetermijngedrag
“Het is opmerkelijk dat de incentives van het topmanagement nog altijd sterk worden gedreven door het resultaat op de korte termijn: 87 procent van de bedrijven hanteert winstgevendheidsmaatstaven om de bonus te bepalen, terwijl amper 3 procent concrete doelstellingen vooropstelt op het vlak van emissies en andere milieugerelateerde aspecten”, zegt Baeten. “Bovendien krijgen de financiële maatstaven voor de bonus een gemiddeld gewicht toegekend van 75 procent. Ook hier weer zijn er duidelijke verschillen tussen de landen: waar 32 procent van de Belgische bedrijven in de bonus indicatoren opneemt die te maken hebben met werknemers, milieu, klanten of algemene duurzaamheidscriteria, bedraagt dit in Nederland 41 procent en in het Verenigd Koninkrijk zelfs 61 procent. Duitsland doet het opvallend slecht met slechts 12 procent.”
Een andere methode die sympathie wint om het ‘lot’ van de CEO te linken aan dat van het bedrijf, bestaat erin om de CEO aandelen van het bedrijf in bezit te laten hebben over een lange termijn. In het onderzoek valt op dat die termijn meestal slechts drie jaar bedraagt. Het toont ook aan dat slechts 25 procent van de bedrijven aandelen geeft aan de CEO die pas na meer dan drie jaar ter beschikking komen of te gelde gemaakt kunnen worden. België doet het op dit vlak een stuk slechter dan het gemiddelde, met slechts 12 procent van de bedrijven die aan de eisen voldoen. Ook hier laten de Belgische bedrijven de Nederlandse voorgaan met 26 procent. Het UK spant opnieuw de kroon met 42 procent van de bedrijven die remuneratiemechanismen hanteren die de langetermijnaandeelhouderswaarde benadrukken.