Het aandeel adviserende, aansturende of beleidsbepalende taken is in dezelfde tijd gedaald van 80 naar 66 procent.
Opvallend is dat HR-professionals ook bij zaken waarin hun expertise goed van pas komt, geen bepalende of sturende rol meer hebben. Zo is de rol van HR bij reorganisaties voor slechts 27 procent adviserend en 8 procent initiërend. Daarentegen is bijna de helft (47 procent) van de taken bij een reorganisatie participerend en 18 procent uitvoerend.
De onderzoekers verwijzen naar de crisis als belangrijkste reden voor de afname van belangrijkheid. “Alle bedrijven moeten besparen en geven daarom voorrang aan operationele taken zoals salarisadministratie. Advisering is minder belangrijk geworden. Het takenpakket krijgt hierdoor steeds minder inhoud.” Al waarschuwen de onderzoekers voor deze korte-termijnpolitiek.
Werkdruk
Door verschuivingen binnen het takenpakket ervaren veel HR-professionals (68 procent) een verzwaring van hun functie. Tegenover de toenemende werkdruk staat echter geen grote loonsverhoging of promotie. De gemiddelde loonstijging in 2013 was 1,9 procent. Dit is hoger dan vorig jaar werd gedacht, maar ligt beduidend lager dan de loonstijging van de afgelopen jaren. Voor het komende jaar verwachten de HR-professionals een gemiddelde loonstijging van 1,2 procent. Afgezet tegen de inflatie, gaan zij er in koopkracht dus op achteruit.
Slechts één op de vijf (21 procent) HR-professionals heeft de afgelopen twee jaar promotie gemaakt. Dit is een dalende lijn: in 2010 gaf bijna 30 procent van de HR-professionals aan promotie te hebben gemaakt in de twee jaar daarvoor. Voor de komende twee jaar verwachten nog minder HR-professionals promotie te maken (15 procent).
Bron: P&O Actueel