Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) publiceerde voor het eerst gegevens over de werkgelegenheid per gewest, provincie en arrondissement. De provincie met het grootste aantal loontrekkenden was Antwerpen met 17,3%. Op ruime afstand volgen Oost-Vlaanderen (11,8%), West-Vlaanderen (10,8%), Vlaams-Brabant (9,6%), Henegouwen (9,4%) en Limburg (7,3%). Het aantal werknemers in het Vlaamse Gewest groeide in 2000 met 2,6%. In het Waals Gewest was er een groei met 2,4%, in het Brussels Gewest met 2,1%. De provincies met de grootste stijging van het aantal werknemers waren Waals-Brabant (4,2%), Vlaams-Brabant (3,9%) en Namen (3,1%). Het verschil van het aantal loontrekkenden verschilt van de verdeling van de toegevoegde waarde. Vlaanderen zorgde in 2000 voor 57,2% van de toegevoegde waarde, terwijl Wallonië en Brussel een bijdrage van 23,7 en 19% leverden. De toegevoegde waarde is ook te danken aan de arbeid van zelfstandigen.