Vorig jaar telde de RVA maandelijks gemiddeld 38.556 tijdelijke werklozen, ruim 6000 meer dan het jaar voordien en een onmiskenbaar fenomeen van de laagconjunctuur. Scholing blijft een cruciaal element in de kansen van werkzoekenden op de arbeidsmarkt. In 2002 ontvingen bijna 299.000 werklozen een uitkering “na arbeid”, na het verlies van hun baan. Ruim 116.000 werklozen kregen een uitkering “na studies” omdat ze na het verlaten van de schoolbanken geen job konden vinden of te weinig dagen hadden gewerkt om in de “volwaardige” categorie van werklozen terecht te komen. De regionale verschillen zijn groot: Vlaanderen telt 27.309 werklozen na studies, Wallonië 74.201. In Vlaanderen nam deze groep sinds 1992 met 1,2% af, in Wallonië groeide hij aan met 45%. Liefst 122.000 werklozen hebben geen diploma, enkel een getuigschrift van de lagere school. Uit een studie van de VDAB blijkt dat de arbeidsmarktpositie van de vrouwen in Vlaanderen de afgelopen jaren sterk is verbeterd. De cijfers zijn overduidelijk: sinds 2000 kwamen er 22% mannelijke werklozen bij, tegenover slechts 2% vrouwelijke. Bij de schoolverlaters zijn er sinds kort meer werkloze jongens dan meisjes. Omdat het scholingsniveau van de meisjes hoger ligt, stijgen haar kansen op de arbeidsmarkt. De “gender-kloof” verdwijnt stilaan en scholing is daarbij het sleutelwoord, aldus de VDAB. Van alle vrouwen tussen 25 en 50 jaar heeft 75,6% een baan, vijf jaar geleden was dat nog maar 69,5%. Wel is het zo dat 40% van de vrouwen deeltijds werkt. Bij de mannen is dat slechts 5%. Een analyse van Steunpunt WAV leert dat de werkloosheidscijfers bij alleenstaande mannen erg hoog liggen. Van de 160.000 Vlaamse mannen tussen 25 en 65 jaar die zonder partner of kinderen leven (tien jaar geleden waren ze met 105.000), is er 11,2% werkloos, tegen 3,3% gemiddeld voor alle mannen. Eén op drie van de mannelijke werklozen ouder dan 25 jaar is een alleenstaande, terwijl hun aandeel in de bevolking een op tien bedraagt. De werkzaamheidgraad voor deze groep bedraagt 81%, terwijl dat voor mannen met partner en kinderen 92% is.