Maar een dwingende loonstop via KB opleggen gaat een grote stap verder en werkt als een rode lap voor de vakbondsorganisaties, omdat zij streven naar het behouden en eventueel vergroten van de koopkracht en in het verhogen van de brutolonen een belangrijke geldstroom naar de sociale zekerheid zien. Begrijpelijk, maar een vrij beperkte kijk op het probleem. De overheid moet zich blijven focussen op het beheersen van de loonkosten, maar het opleggen van een loonstop is geen structurele oplossing en de vakbonden zouden er goed aan doen om samen met de werkgevers naar oplossingen te zoeken voor de lange termijn. Oplossingen die minder kosten en die motiverend werken met een transparante logica en een correcte werkethiek.
Loonindexering
Het systeem van loonindexering is een buitengewoon efficiënt middel om te garanderen dat de lonen gelijke tred houden met de levensduurte. Het probleem is echter dat geen enkele werknemer dit als een loonsverhoging aanziet, noch het als een beloning ervaart of erdoor gemotiveerd wordt.
Dus moet er nog een tweede portefeuille van loonsverhoging voorzien worden bovenop de indexatie en dat deel wordt dan in het IPA vastgelegd. Waarna onderhandelingen volgen op sectoraal en misschien ook nog op bedrijfsniveau. Zonder loonstop kom je zo al snel aan een potentieel grotere loonstijging. Maar een blinde zal zien dat de loonsverhoging die nu vastgelegd werd (0,3 procent op twee jaar bovenop indexatie) geen ruimte voor financiële schouderklopjes laat. En de realiteit is dat bedrijven en werknemers die ruimte nodig hebben om mensen aan te moedigen of soms gewoon te behouden.
Resultaatsgebonden bonus?
Dat wordt genoeg geïllustreerd door de verhalen over bonussen voor topmanagers. In die extra motivatie zit misschien een interessante piste om lonen te beheersen en toch loon naar werken te geven. De niet-recurrente resultaatsgebonden bonus is alvast een interessant voordeel voor de werknemers, omdat ze hun bruto bonus, binnen bepaalde grenzen, als netto in handen krijgen. Jammer genoeg is deze bonus voor de werkgever nog steeds onderworpen aan een bijzondere werkgeversbijdrage van 33 procent. Vooral de procedure en de criteria waaraan de bonus moet voldoen, maken evenwel dat deze niet het grote succes is dat hij zou kunnen zijn.
Als de vakbonden meer open zouden staan voor prestatieverloning en als de regering haar regeltjes voor dit soort bonus wil vereenvoudigen, hebben we hiermee een middel dat heel wat beter werkt dan een verplichte loonstop. Maar dan moeten we een regering hebben natuurlijk…