Het rapport Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2007 van de Universiteit Maastricht gaat in op de kwaliteit en de bestemming van gediplomeerde Nederlandse schoolverlaters en afgestudeerden van het school/studiejaar 2005/2006. De resultaten uit het rapport zijn gebaseerd op een jaarlijkse enquête onder gediplomeerde schoolverlaters over de hele breedte van het onderwijs bij onze noorderburen. Dit jaar namen zo’n 38.000 schoolverlaters deel aan de enquête.
Gemiddeld is 40% van de schoolverlaters/afgestudeerden van mening dat hun opleiding een goede basis bood om te starten op de arbeidsmarkt. Dit percentage stijgt naarmate het onderwijsniveau hoger wordt.
Gemiddeld vindt 58% dat de opleiding een goede basis biedt om kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Onder de afgestudeerden van het WO (Wetenschappelijk Onderwijs, te vergelijken met Belgisch universitair onderwijs) is dit zelfs 83%.
40% vindt dat de docenten de leerlingen/studenten niet streng hebben beoordeeld en 36% vindt dat de examens/opdrachten niet pittig waren.
Met uitzondering van het WO, vindt minder dan 50% van de schoolverlaters dat de opleiding qua niveau uitdagend was.
Een grote meerderheid (83%) zou, achteraf bezien, de gevolgde opleiding opnieuw kiezen.
7% van de gediplomeerden is direct na het behalen van het diploma vier maanden of langer werkloos. Na anderhalf jaar ligt het werkloosheidspercentage op 4%. Dat is 2% lager dan vorig jaar.
Ongeveer 75% van de werkende schoolverlaters heeft een baan die aansluit bij het bereikte opleidingsniveau. Bijna 70% heeft een baan die qua richting aansluit bij de gevolgde opleiding.
75% is tevreden over de functie en iets meer dan 50% vindt dat de functie goede tot zeer goede carrièreperspectieven biedt.
De belangrijkste resultaten:
