Amélie Desmadryl, Advocaat-medewerker, Claeys & Engels
Bij een opzegging met het oog op SWT dient er aan verschillende voorwaarden te worden voldaan. Eén daarvan is dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer moet worden opgezegd met de wettelijke opzeggingstermijn of worden beëindigd met de betaling van de wettelijke opzeggingsvergoeding. Wat echter indien partijen overeenkomen om de wettelijke opzeggingstermijn te verlengen tot een latere datum zonder rekening te houden met de eventuele in die verlengde termijn vallende schorsingsdagen?
Een werkneemster is reeds lange tijd tewerkgesteld bij haar werkgever. Zij komt op een gegeven moment in aanmerking voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT).
De arbeidsovereenkomst wordt door de werkgever opgezegd met het oog op SWT. Bij het bereiken van het einde van de wettelijke opzeggingstermijn, sluiten partijen op vraag van de werkneemster een overeenkomst waarbij de opzeggingstermijn wordt verlengd “tot nader order”. Lopende de verlengde opzeggingstermijn komen partijen overeen dat de werkneemster tewerkgesteld wordt tot en met een concrete datum. Na deze datum vraagt zij werkloosheidsuitkeringen aan bij de RVA.
De RVA vraagt vervolgens om extra uitleg over de wijze waarop de opzeggingstermijn werd verlengd. De werkgever en de werkneemster leggen een overeenkomst voor. Hierin bevestigen zij dat de opzeggingstermijn werd verlengd tot de concrete datum zonder rekening te houden met eventuele schorsingen. Op basis van deze overeenkomst weigert de RVA uiteindelijk uitkeringen te betalen. Zij hanteert hiervoor het argument dat de verlenging van de opzeggingstermijn in onderling overleg tot een concrete datum zonder dat er rekening wordt gehouden met schorsingen ongeldig is en niet aan haar tegenstelbaar is. De RVA beslist om de werkneemster volledig uit te sluiten van uitkeringen en verwijst hiervoor naar een standpunt van de FOD WASO. De werkneemster tekent beroep aan tegen deze beslissing van de RVA bij de arbeidsrechtbank en vordert de betaling van de uitkeringen vanaf het moment van aanvraag van uitkeringen.
De arbeidsrechtbank is van oordeel dat de opzeggingstermijn in onderling overleg verlengd kan worden. De arbeidsrechtbank meent echter dat het niet toegelaten is om schorsingen tijdens de (verlengde) opzeggingstermijn voorafgaand te beperken of uit te sluiten. In casu is er een concrete einddatum voor de opzeggingstermijn overeengekomen, alsook dat de opzeggingstermijn -zonder rekening te houden met eventuele schorsingen- zou lopen tot die concrete einddatum. Volgens de arbeidsrechtbank kon men echter nog niet weten of er al dan niet nog schorsingsdagen zouden zijn en hoelang deze de opzeggingstermijn zouden verlengen.
De arbeidsrechtbank wijst dan ook het argument van de RVA, namelijk dat de werknemer volledig uitgesloten kan worden van uitkeringen wanneer partijen in het kader van een verlenging van de opzeggingstermijn een concrete einddatum overeenkomen zonder rekening te houden met schorsingen, af. Zij besluit dat er in dit geval wel nog een recht op uitkeringen bestaat in hoofde van de werkneemster. De werkneemster heeft echter geen recht op uitkeringen vanaf de overeengekomen einddatum. Deze datum diende volgens de arbeidsrechtbank te worden verlengd met de schorsingsdagen die zich hadden voorgedaan in deze verlengde opzeggingstermijn. De werkneemster werd aldus gedeeltelijk in het gelijk gesteld door de arbeidsrechtbank.
Bijgevolg bevestigt de rechtbank dat partijen de opzeggingstermijn in onderling akkoord kunnen verlengen. Belangrijk is evenwel dat de werkgever rekening houdt met de schorsingsdagen die in de verlengde conventionele opzeggingstermijn vallen. Deze schorsingsdagen verlengen immers deze opzeggingstermijn en er kan hiervan op voorhand geen afstand gedaan worden. Zo niet, kan de werknemer gedeeltelijk uitgesloten worden van uitkeringen. Daarnaast zou de werknemer mogelijks voor de periode die overeenstemt met deze schorsingsdagen nog loon kunnen vorderen van de werkgever.
Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Ieper, 14 juli 2022, AR 21/144/A, onuitgegeven.
