Bijna vier op de tien werknemers met een handicap, een langdurige lichamelijke aandoening of ziekte hebben werkbaar werk. Dat cijfer wijkt sterk af van de werkbaarheidscijfers voor werknemers zonder arbeidshandicap, van wie vrijwel zes op de tien werknemers werkbaar werk hebben. Bij werknemers met een zware arbeidshandicap ligt het aandeel met werkbaar werk nog lager. Dat blijkt uit de Werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid, een grootschalige enquête die om de drie jaar de kwaliteit van jobs bij Vlaamse werknemers en zelfstandige ondernemers meet.
Ongeveer 411.000 werkenden in Vlaanderen hebben een arbeidshandicap. Van de groep die de meeste hinder ondervindt, ziet één op de tien zich niet in staat om de huidige job voort te zetten tot het pensioen. Meer dan de helft ziet doorwerken tot het pensioen enkel zitten als hun werk wordt aangepast.
Werkbaarheidsgraad daalt wanneer hinder arbeidshandicap toeneemt
Werknemers met een arbeidshandicap ervaren in hun werk meer werkstress, motivatieproblemen, een gebrek aan leermogelijkheden en een onevenwichtige werk-privébalans. Van alle werkenden ervaart 17,9 procent hinder door een handicap, een langdurige lichamelijke aandoening of een langdurige lichamelijke ziekte. Van deze groep geeft 2,2 procent aan grote hinder te ondervinden, 15,7 procent ervaart in beperkte mate hinder.
Van de werknemers zonder arbeidshandicap geeft 58,1 procent aan werkbaar werk te hebben. In de groep met beperkte hinder daalt dit aantal tot 41,3 procent. Slechts 22 procent van de werknemers met erge hinder ervaart zijn werk als werkbaar.
Structureel inzetten op werkbare jobs
De Commissie Diversiteit vraagt een structurele inzet op de volwaardige ondersteuning van deze werknemers. Een goed structureel beleid dat de arbeidsomstandigheden van deze groep bewaakt, leidt immers tot meer werkbaar werk. Dat betekent concreet een beheersbare werkdruk, een goede ondersteuning door de leidinggevende(n), een draagbare emotionele belasting, voldoende autonomie en voldoende afwisseling.
De sociale partners en kansengroepen vragen ondersteuning op maat voor (potentiële) werkgevers en personen met een arbeidshandicap over de hele loopbaan. Een gerichte ondersteuning zorgt ervoor dat de competenties en talenten van deze werknemers effectief worden ingezet in hun werksituatie. De Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) is zo’n maatregel. Uit eerder onderzoek bleek dat personen tewerkgesteld met een VOP hun werk inderdaad als meer werkbaar ervaren en dat de cijfers voor deze groep aanleunen bij de cijfers voor de algemene populatie.
Personen met arbeidshandicap vaker slachtoffer van pesten
In 2013 gaf 16,1 procent van de personen met een arbeidshandicap aan gepest te worden op het werk. Voor personen met grote hinder was dit zelfs 23,8 procent, voor personen met een beperkte hinder 15 procent.
Deze aantallen liggen beduidend hoger dan bij werknemers zonder arbeidshandicap (8,2 procent). De Commissie Diversiteit vraagt verder onderzoek naar de hoge cijfers van pestgedrag bij personen met een arbeidshandicap en dringt aan op concrete maatregelen om dit gedrag te keren.
Blijvende aandacht voor monitoring
Tot slot vraagt de Commissie Diversiteit blijvende aandacht voor een grondige monitoring van werknemers met een arbeidshandicap. Niet enkel om hun arbeidsmarktpositie op de Vlaamse arbeidsmarkt op te volgen, maar ook om te kijken of ze duurzaam tewerkgesteld zijn in werkbare jobs. Daarbij is het belangrijk om het effect van beleidsmaatregelen in kaart te brengen en deze in samenspraak met de doelgroep te evalueren.
Bron: De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (serv.be)