De bonden zijn verontwaardigd over de voorstellen van Agoria met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst 2003-2004. Agoria wilde aanvankelijke een deel van de loonsverhoging voor die periode afhankelijk maken van de evolutie van de index. Het gaat om één procent op een loonsverhoging van 1,8%. De bediendenvakbonden vinden het saldomechanisme onaanvaardbaar en vrezen dat de automatische indexering hiermee op termijn in het gedrang komt. Paul Soete van Agoria benadrukte dat de werkgevers het indexmechanisme als dusdanig niet ter discussie stellen. De bonden willen ook niet weten van een alternatief voorstel van Agoria, dat een loonstijging van één procent inhoudt. Volgens hen weigeren de werkgevers een redelijke koopkrachtverhoging toe te kennen. De loonnorm van 5,4% en de verwachte inflatie van 3,1% geven een marge van 2,3%. Die willen de werkgevers volgens de bonden niet volledig invullen. De werkgevers stellen een marge van één procent voor, verdeeld over 0,75% loonsverhoging en 0,25% in het pensioenfonds. De vakbonden willen een loonsverhoging van 1,75%, gespreid over twee jaar. Een ander breekpunt voor de bonden is dat de huidige functieclassificatie in de metaalsector dateert van 1946. De federatie geeft toe dat de huidige classificatie verouderd is, maar wil de functie-omschrijvingen niet linken aan barema’s. Agoria verwacht van de bonden ‘redelijkheid en begrip voor de moeilijke economische toestand’. Vrijdag gaan beide partijen opnieuw aan tafel zitten, dit keer vergezeld van een sociaal bemiddelaar van het ministerie van Tewerkstelling.