De vrouwelijke vertegenwoordiging op kandidatenlijsten daalt met 3% tot gemiddeld 27%. Dat is opmerkelijk omdat de vakbonden net serieuze inspanningen leverden om meer vrouwen op de lijsten te krijgen. Voor de verkiezingen van het comité preventie en bescherming noteert SD Worx bij de arbeiders 19% vrouwelijke kandidaten, bij de bedienden 36% en bij de jongeren 31%. Voor de ondernemingsraad tekent zich een gelijkaardig beeld af: vrouwen maken 19% van de kandidaten uit bij de arbeiders, 38% bij de bedienden, 30% bij de jongeren en 19% bij de kaderleden.
Tegelijkertijd stijgt het aantal kandidaten per mandaat gevoelig van 2,5 tot 3,7 voor de ondernemingsraad en van 2,1 tot 3,52 voor het comité. De toename doet zich voor bij bedienden, kaders en jongeren. De grootste stijging is te vinden bij de ACLVB. “De algemene stijging van de kandidaatstellingen is in grote mate te verklaren door de minder gunstige economische situatie. Enerzijds wordt het dan belangrijker voor werknemers om een stem te hebben in de overlegorganen. Anderzijds zijn de kandidaten voor de sociale verkiezingen tijdelijk beschermd tegen ontslag”, commentarieert Fabienne Lallemand van SD Worx.
Van alle kandidaten voor het comité komt 47,9 % van het ACV, 38,7% van het ABVV en 13,4% van de ACLVB. In 2000 was dit respectievelijk 49,9% van het ACV, 38,6% van het ABVV en 11,5% van de ACLVB.
Van alle kandidaten voor de ondernemingsraad komt 47,2% van het ACV, 37,2% van het ABVV, 13,7% van de ACLVB, 0,6% van de NCK en 1,2% van huislijsten. De cijfers voor 2004 stemmen sterk overeen met de verhouding in 2000: ACV 47,3%, ABVV 37,9%, ACLVB 12,3% en alternatieve kaderlijsten 1,9%.
SD Worx weet nog te melden dat in 16% van de bedrijven de verkiezingen voortijdig stopgezet zijn. Dat gebeurt wanneer er te weinig of net evenveel kandidaten als mandaten zijn. Dat percentage kan nog stijgen. In 2000 werden 18% van de ondernemingsraadsverkiezingen en 30% van de comitéverkiezingen stopgezet.
Tegelijkertijd stijgt het aantal kandidaten per mandaat gevoelig van 2,5 tot 3,7 voor de ondernemingsraad en van 2,1 tot 3,52 voor het comité. De toename doet zich voor bij bedienden, kaders en jongeren. De grootste stijging is te vinden bij de ACLVB. “De algemene stijging van de kandidaatstellingen is in grote mate te verklaren door de minder gunstige economische situatie. Enerzijds wordt het dan belangrijker voor werknemers om een stem te hebben in de overlegorganen. Anderzijds zijn de kandidaten voor de sociale verkiezingen tijdelijk beschermd tegen ontslag”, commentarieert Fabienne Lallemand van SD Worx.
Van alle kandidaten voor het comité komt 47,9 % van het ACV, 38,7% van het ABVV en 13,4% van de ACLVB. In 2000 was dit respectievelijk 49,9% van het ACV, 38,6% van het ABVV en 11,5% van de ACLVB.
Van alle kandidaten voor de ondernemingsraad komt 47,2% van het ACV, 37,2% van het ABVV, 13,7% van de ACLVB, 0,6% van de NCK en 1,2% van huislijsten. De cijfers voor 2004 stemmen sterk overeen met de verhouding in 2000: ACV 47,3%, ABVV 37,9%, ACLVB 12,3% en alternatieve kaderlijsten 1,9%.
SD Worx weet nog te melden dat in 16% van de bedrijven de verkiezingen voortijdig stopgezet zijn. Dat gebeurt wanneer er te weinig of net evenveel kandidaten als mandaten zijn. Dat percentage kan nog stijgen. In 2000 werden 18% van de ondernemingsraadsverkiezingen en 30% van de comitéverkiezingen stopgezet.