Van alle mannen tussen 55 en 64 jaar was vorig jaar ongeveer twee derde (65 procent) aan het werk. Bij de vrouwen uit deze leeftijdscategorie ging het om ongeveer de helft. Dat het aantal werkende 55-plussers in de EU sinds 2003 fors gestegen is, heeft vooral met de inhaalbeweging van de vrouwen te maken. Terwijl er in 2003 nog maar 30 procent vrouwen tussen 55 en 64 jaar aan het werk was, was dat in 2018 al 52 procent.
Koplopers: Zweden, Duitsland, Denemarken
De stijging van het aantal werkende 55-plussers doet zich in alle landen van de Europese Unie voor, met uitzondering van Griekenland. Koplopers zijn Zweden (bijna 80 procent), Duitsland en Denemarken (elk 70 procent). België haalt nipt 50 procent en laat daarmee Malta, Polen, Slovenië, Kroatië, Griekenland en Luxemburg achter zich.
Nog een opvallende vaststelling: er zijn ook steeds meer 65- tot 74-jarigen op de arbeidsmarkt. Zo was in 2018 meer dan een kwart (26 procent) van de 65- tot 74-jarigen in Estland nog aan het werk. In Roemenië, Litouwen, Portugal, Groot-Brittannië, Ierland, Zweden en Letland ging het om iets meer dan 15 procent.
Bron: Eurostat