De ACERTA-mobiliteitsbarometer ziet een stijging van de catalogusprijs van bedrijfswagens. Gemiddeld stijgt de cataloguswaarde van alle wagens op de markt met ongeveer 2 procent. Bij een vervangingsratio van 20 procent (veelal zal de werknemer de firmawagen elke 4 of 5 jaar kunnen inruilen voor een nieuw model) blijkt dat de wagens die vandaag door de werkgever worden aangekocht of geleased, ongeveer 10 procent duurder zijn dan degene die 5 jaar geleden in gebruik werden genomen. Op de waarde van de bedrijfswagen wordt bovendien niet bespaard.
10 procent meer bedrijfswagens
Uit de cijfers van de ACERTA-mobiliteitsbarometer blijkt dat 19,5 procent van de bedienden een bedrijfswagen heeft. De kans is het grootst dat u achter het stuur een mannelijke bediende vindt: 33,9 procent van hen heeft een bedrijfswagen.
Dirk Wijns, Director Acerta Consult: “De percentages tonen een toch wel opmerkelijke stijging: plus 10,3 procent bedienden met een bedrijfswagen in een periode van een jaar van oktober 2016 tot oktober 2017. Het nog stijgende succes van de firmawagen lijkt ons te verklaren vanuit twee aspecten: enerzijds blijft de firmawagen voor werkgever én werknemer een interessant verloningselement in de strijd voor het schaarse talent, anderzijds zien we dat werkgevers in de cafetariaplannen die ze aan hun werknemers voorstellen bewust ook firmawagens opnemen als één van de voordelen die de werknemer kan kiezen.”
In de stijging bij de bedienden hebben vrouwen het grootste aandeel. Het aantal bedrijfswagens voor vrouwelijke bedienden steeg met 16 procent op één jaar tijd. Een belangrijke kanttekening: daar was ook het meeste marge, want met 10,2 procent blijven de vrouwelijke bedienden met een bedrijfswagen nog altijd ver onder de 33,9 procent van de mannelijke bedienden met een bedrijfswagen.
Vooral hogere looncategorieën
De bedrijfswagen blijft zeker een belangrijk instrument in de loonvorming. Een belangrijke verklaring voor dit fenomeen is nog te vinden in de progressiviteit van de belastingschalen en in het feit dat de belastingaanslag hoog kan zijn. Zo zal elke euro die een werknemer aan loonsverhoging krijgt al snel leiden tot een belasting van 50 procent of meer (bij een brutomaandloon van 2250 euro betaal je reeds 48 procent bedrijfsvoorheffing op elke bijkomende euro die je ontvangt).
Weinig kans voor arbeiders op een bedrijfswagen
Ook onder de arbeiders valt een stijging van de populariteit van de bedrijfswagen te noteren ten opzichte van een jaar geleden. Een extra 29 procent van de mannelijke arbeiders kreeg er een. Toch heeft nog altijd amper 1,9 procent van de mannelijke arbeiders een auto van het werk. En van hun vrouwelijke collega’s kan slechts 0,3 procent het traject woon-werk in een bedrijfswagen doen.
De resultaten voor arbeiders en bedienden samen bevestigen deze trend: een toename van het percentage werknemers met een bedrijfswagen en vooral meer vrouwen mochten bij hun baas een autosleutel afhalen: +20,1 procent versus +10,1 procent voor de mannen.
Gemiddeld 31 km woon-werkverkeer, op diesel
De gemiddelde afstand die een werknemer met een bedrijfswagen van woonst naar werk rijdt, is over de laatste 6 jaren constant gebleven. De afstand blijft net iets meer dan 31 km enkel. Ter vergelijking: een per fiets afgelegd traject was in 2017 gemiddeld 8,12 km lang en dat is in vergelijking met 2012 een stijging met 4 procent. De gemiddelde woon-werkafstand voor alle vervoersmiddelen ligt op bijna 19 kilometer.
Ondanks de pogingen van de regering om diesel minder populair te maken, stelt de ACERTA-mobiliteitsbarometer vast dat nog steeds 91 procent van de bedrijfswagens op diesel rijdt. Al is er wel een daling ten voordele van de benzinewagens. Het aantal firmawagens op benzine stijgt met 42 procent tegenover vorig jaar, maar maakt nog steeds geen 5 procent uit van het firmawagenpark. Elektriciteit en gas mogen dan wel aan populariteit winnen, het zijn nog altijd zeer zeldzame keuzes: respectievelijk 0,3 en 0,2 procent rijdt op elektriciteit of gas.
Bron: Acerta (acerta.be)