Het rapport identificeert vier verschillende stadia in de relatie tussen merkontwikkeling (“branding”) en personeelsbeleid. In het eerste stadium wordt branding beschouwd als een welomschreven en beschermde betekenis of logo voor producten of diensten. HRM speelt een kleine of geen rol in de ondersteuning van het merk. Een stap verder zetten de organisaties die een hoofdmerk promoten en de waarden en visie erachter benadrukken. Hier is het de opdracht van HRM om het merk te ondersteunen, door het verbinden van de bedrijfswaarden met de waarden van de medewerkers. In het derde stadium kunnen ondernemingen ten volle gebruik maken van de visie en de waarden achter een sterk bedrijfsmerk om organisatieverandering te stimuleren (bijvoorbeeld het integreren van voorheen verspreide activiteiten en operaties). De bijdrage van HRM op dit punt bestaat uit het ontwerpen van de veranderingsprogramma’s. Het merk verschaft het dwingende kader voor de werkovereenkomst met het personeel en een identiteit ten aanzien van de klanten. Het CIPD wijst erop dat de genoemde veranderingen niet eenvoudig zijn en niet altijd en overal kunnen doorgevoerd worden. Doorgaans duurt het ook jaren eer de verandering succesvol afgerond is. Maar als het lukt, wordt het merk het centrale gegeven van de gehele bedrijfsstrategie en wordt HRM van cruciaal belang voor het ontwikkelen en stimuleren van de medewerkers tot ambassadeurs van het merk. Concluderen de onderzoekers: personeelsbeleid kan en moet merkontwikkeling ondersteunen, en vice versa. (www.cipd.co.uk)