De ondernemersorganisatie constateert bovendien een verschil tussen zelfstandigen en werknemers. Terwijl het aantal zelfstandigen in invaliditeit in vijf jaar tijd is opgelopen van 17.356 naar 20.136 (+16 procent), valt bij de werknemers een stijging van 23,6 procent te noteren tot 257.935.
Zowel bij de mannelijke als bij de vrouwelijke werknemers stijgt de invaliditeitsgraad met de leeftijd, om in de leeftijdscategorie 60 tot 64 jaar een piek te bereiken. Bij de vrouwen is er in de periode 2005–2010 in deze leeftijdscategorie een stijging van 23,68 procent naar 24,93 procent te merken. Het totale aantal vrouwen dat in een systeem van arbeidsongeschiktheid en invaliditeit stapte, steeg met 2 procent. Bij de mannen daalde het aantal met 3 procent.
Ook het aantal gevallen en het aantal dagen waarvoor een uitkering wordt toegekend, stijgt sterker bij de werknemers dan bij de zelfstandigen. Werknemers lijden ook merkbaar meer aan psychische stoornissen dan de zelfstandigen (34 procent t.o.v. 26 procent).
Volgens Unizo is de stijgende invaliditeit deels te wijten aan maatschappelijke evoluties en de vergrijzing. “Maar uit buitenlandse voorbeelden kunnen we afleiden dat een verstrenging van het vervroegd pensioen en activering van de werkloosheid deze stijging in de toekomst nog kan versterken. De link tussen het bemoeilijken van de toegang tot pensioen en de stijgende invaliditeit liet zich in de jaren ’90 ook optekenen in Nederland”, aldus Unizo.
De ondernemersorganisatie hoopt dan ook dat de toegang tot de arbeidsongeschiktheid/invaliditeit voldoende wordt bewaakt en gecontroleerd.