Dat blijkt uit een studie van uitzendbedrijf Randstad. In tien jaar tijd is het aantal studenten dat werkt tijdens het schooljaar alleen maar toegenomen. In 2004 verrichtte 30% van de jongeren buiten de vakantieperiodes een betaalde activiteit in een bedrijf. Uit de peiling voor 2014 blijkt dat dit aantal is opgelopen tot 54%, een toename met 24 procentpunten. Ter vergelijking: het aandeel jobstudenten tijdens de zomer is tijdens dezelfde periode maar met 9 procentpunten gestegen (van 59 naar 68%).

Bovendien is volgens het onderzoek van Randstad het aantal jongeren dat tussen juli en september werkt, gestagneerd de voorbije twee jaar.

De studenten werken vooral in handelszaken. Met 35% versterkt deze sector dit jaar zijn koppositie. Op de tweede plaats vinden we de horeca en de vrijetijdssector (20%), met in hun kielzog de sector bouw/productie/transport (19%). Eén jobstudent op de drie gaat aan de slag in een winkel (als kassier, verkoper of aanvuller), 13% is actief als administratief bediende, 12% werkt in een productievestiging, 10% als ober of leerling-kok en 9% is monitor of animator.

Het percentage zwartwerk blijft stabiel. 16% van de ondervraagde studenten verklaren dat ze geen arbeidsovereenkomst hebben. Min-18-jarigen scoren op dat vlak wel merkbaar beter dan vroeger. Maar 17% van hen geeft aan in het zwart te werken, vorig jaar was dat nog 28%. Het is wel voorbarig om nu al conclusies te trekken, want het is de eerste keer dat zich bij de min-18-jarigen een dergelijke verandering aftekent. We moeten dus afwachten of de tendens zich de volgende jaren doorzet.

Een student verdient gemiddeld 2366 euro. Volgens de peilingen verdienen meisjes (2217 euro) minder dan jongens (2634 euro).

De Belgische studenten werken op de eerste plaats om te kunnen genieten van de mooie dingen in het leven. Ze geven hun geld vooral uit aan hobby’s en persoonlijke spullen: vakanties (17%), kledij (11%), uitgaan (10%), gsm (10%). Twee derde van de studenten legt ook een kwart van hun centjes opzij om te sparen. Werken om een studie te financieren, blijft een stabiel fenomeen. Vijf studenten op de tien geven aan dat ze 18% van hun loon aan hun studie besteden.

Dit jaar onderzocht Randstad ook hoe jongeren aankijken tegenover de periode net na hun studie. Twee derde van de studenten beschouwen hun gebrek aan ervaring als de reden waarom ze vermoedelijk moeilijk een eerste baan in de wacht zullen slepen. De helft geeft de economische crisis de schuld. Vier studenten op de tien ervaren een kloof tussen hun opleiding en de gezochte profielen. Tot slot wijst ook 19% van de ondervraagden hun gebrekkige talenkennis met de vinger.

Om met een eerste vaste baan aan de haal te gaan, zijn de studenten bereid om een specifieke opleiding te volgen (72%). Zes studenten op de tien willen gerust hun talenkennis bijspijkeren. 56% van de jongeren wil zich mobieler opstellen en zou overwegen om in een andere regio aan de slag te gaan. De helft van de studenten (49%) heeft er trouwens niets op tegen om een baan uit te oefenen die niet aansluit bij zijn of haar opleiding.

In afwachting van een eerste vaste baan zijn drie vierde van de jongeren voorstander van betaalde stages en uitzendopdrachten. De jongeren lijken wel minder snel bereid tot vrijwilligerswerk.

Mochten ze maar één zoekkanaal mogen gebruiken, dan zou een kwart van de jongeren (26%) opteren voor de vacaturesites. Eén student op de vijf (19%) zou de tijd nemen om spontaan te solliciteren. Ook interessant om weten, is dat uitzendkantoren even populair zijn als de regionale tewerkstellingsdiensten (16%).