Vorige week werd een nieuwe enquête gehouden door verscheidene federaties van ondernemingen en zelfstandigen (BECI, UCM, UNIZO, UWE en VOKA). Het initiatief wordt gecoördineerd door de NBB en het VBO. Deze enquête is de zestiende in een reeks van enquêtes die sinds maart worden gehouden om te beoordelen welke weerslag de coronacrisis en de beperkende maatregelen hebben op de economische bedrijvigheid en de financiële gezondheid van de ondernemingen. In totaal hebben 3.798 ondernemingen en zelfstandigen geantwoord. Er is aandacht voor de evolutie van de omzet en de vooruitzichten. Deze keer werd dus ook gepeild naar de effecten van telewerk op de productiviteit.
Doordat voltijds telewerk nog steeds de algemene regel is, bleef in december het aandeel van de werknemers die hun werk volledig thuis uitvoeren stabiel op ongeveer 30 procent. Bovendien werkt nog eens 13 procent van de werknemers deeltijds van thuis, dat is iets meer dan in november (9 procent).
Wat vinden de bedrijfsleiders daarvan? Voor 46 procent van de respondenten heeft telewerk momenteel geen invloed op de productiviteit. Een groot deel van de ondervraagde ondernemingen vindt echter dat de arbeidsproductiviteit er wel onder lijdt: 10 procent van de respondenten rapporteert een sterk negatieve impact en 36 procent een licht negatieve invloed. Minder dan één bedrijfsleider op tien denkt dat het huidige gebruik van telewerk een positieve invloed heeft op de productiviteit van zijn werknemers.
Opmerkelijk is dat het grootste scepticisme te vinden is bij ‘financiële activiteiten en verzekeringen’, toch sectoren met veel ervaring in technologie en automatisering, die bovendien al jaren hun klanten aanzetten om zo weinig mogelijk naar kantoor te komen. Het is wat het is: daar heeft bijna 70 procent er geen goed oog in.
In ‘informatie en communicatie’ vinden we de meeste optimisten terug: een kleine meerderheid ziet geen kwaad in telewerk, terwijl ongeveer twee keer zoveel respondenten als gemiddeld een (lichte) stijging van de productiviteit opmerkten.
Het gaat hier natuurlijk over meningen en perceptie, we vermoeden dat niet veel bedrijfsleiders de zaak grondig onderzochten. Tijd voor degelijk onderbouwd onderzoek.
Voor de volledigheid nog wat goed nieuws. De omzet van het panel herstelt zich. Ook het perspectief van de respondenten op het faillissementsrisico en liquiditeitsproblemen verbetert, al zijn de verschillen tussen activiteitendomeinen zeer groot.