Eén op zeven werknemers krijgt tijdens zijn loopbaan minstens een keer te maken met pestgedrag op het werk. Omdat weinig bedrijven intern iemand aanstellen om klachten over pesten op te vangen, moet een werknemer vaak meteen naar het gerecht stappen als hij het pesten een halt wil toeroepen. Die stap is vaak te groot. Iemand die gepest wordt, staat daar liever niet mee in de schijnwerpers. Enkel de meest assertieve ‘slachtoffers’ zullen zich tot de rechter wenden.
Ondernemingen die met een externe preventieadviseur werken en een mediator voor pestgedrag willen aanstellen, zullen volgens het ontwerp verplicht worden die mediator uit eigen rangen te kiezen. De rol van de mediator zal ook aanzienlijk uitgebreid worden, zodat officiële klachten zoveel mogelijk overbodig worden. De mediator kan het werk van de preventieadviseur dan ook verlichten, zodat die zich kan concentreren op datgene waarvoor hij is aangeduid: het opstellen van een preventiestrategie.
De stigmatisatie van de dader zal door nieuw termgebruik doorbroken worden. Als het voorstel goedgekeurd wordt, dan spreken we in de toekomst over ‘de aangeklaagde’ (dader) en ‘de persoon die verklaart het voorwerp te zijn van ongewenst gedrag’ (slachtoffer).