De grote meerderheid van de respondenten (83 procent) meende dat hun medewerkers optimistisch zijn om terug te keren naar ‘het werk’. Of dit echt zo is, kunnen we niet opmaken uit deze enquête, maar goed, uw collega’s van over het Kanaal denken het en zij zullen wel feedback krijgen van hun mensen.
Maar er is meer dan één maar. Meer dan de helft van de respondenten (53 procent) signaleert dat het personeel zich zorgen maakt om het virus op de werkplek op te rapen. Nog eens 43 procent meldt dat de werknemers schrik hebben dat te doen op het openbaar vervoer. Kinderopvang is een preoccupatie (46 procent) en zorg voor anderen (21 procent) ook. Zorg is dus een forse rem op een vlotte terugkeer. Aandacht en ingrepen vereist.
Tijdsgebruik baart het personeel zorgen volgens de respondenten. Reistijd wordt vermeld door 57 procent, opnieuw meer gestructureerde werktijden door 44 procent.
De teruggekeerden van thuiswerk mogen bij 62 procent van de respondenten rekenen op extra mentale ondersteuning. Voor de terugkomers uit furlough – een tot corona in onbruik geraakte term geleend uit het Nederlands (verlof), een systeem waardoor de overheid 80 procent van het loon subsidieert van wie anders werkloos zou geworden zijn – zakt dat tot 34 procent.
Training op coronarichtlijnen zou gegeven worden bij 57 procent aan thuiswerkers en bij 35 procent aan ‘verlofgangers’.
Als de richtlijnen van de overheid gelost worden, zou 94 procent opnieuw toegang verschaffen aan de werknemers. Daarom niet elke dag: 40 procent zou de werknemers zelf laten kiezen op welke dagen ze aanwezig willen zijn, 35 procent zou de organisatie daarover laten beslissen. Slechts 15 procent zou kantoorwerk verplichten.
Meer of minder mogelijkheden voor flexibel werk? Meer: 61 procent is van plan deze te bieden, slechts 6 procent wil minder flexibiliteit.
Een zaak is zeker: de terugkeer naar kantoor zal in veel gevallen geen fluitje van een cent zijn. Het wordt een nieuw veranderproces dat wel een jaar of meer kan duren.
Bron: peoplemanagement.co.uk