Daarnaast zijn er kmo’s die denken minder personeel tewerk te stellen tegen 31 december 2012: 12,2 procent. De netto-toename van 9,2 procent is dan ook de laagste die we ooit tegenkwamen in de zeven kwartalen dat deze meting plaatsvindt.
Het onderzoek toont eveneens aan dat 26,7 procent van de kmo’s verwacht om volgend kwartaal nieuwe mensen te begroeten. Dit ligt in dezelfde lijn als wat de kmo’s de voorbije twee kwartalen vertelden, en ligt ook zo’n 6 procent lager dan een jaar geleden en zelfs 11 procent lager dan in september 2010.
Vervangingsaanwervingen
De verwachte aanwervingen zijn natuurlijk niet allemaal uitbreidingen. Een groot aantal van deze mensen, vooral bij de grotere kmo’s, worden aangeworven ter vervanging van medewerkers die het bedrijf verlaten. Het is alvast een positief teken dat de kmo’s de verlaters nog steeds vervangen.
Een ander lichtpunt in dit onderzoek is dat de secundaire sector, sinds meer dan een kwartaal geleden, opnieuw aan aanwerven denkt. Eén op de drie de industriële kmo’s hoopt volgend kwartaal aan te werven (36,8 procent), tegenover 26,8 procent vorig kwartaal. Op jaarbasis zijn de cijfers nog beter: 26,6 procent verwacht een toename en ‘slechts’ 15 procent een afname. Dit brengt een positief verschil met zich mee van 11,6 procent, tegenover 6,2 procent bij de vorige peiling.
Iets meer arbeiders gevraagd
Dat de secundaire sector optimistischer is over de aanwervingspolitiek, vertaalt zich ook in het gegeven dat kmo’s verwachten meer arbeiders nodig te zullen hebben (42,4 procent tegen 37,7 procent vorig kwartaal).
Kmo’s willen meer voltijdse werknemers: bijna 87 procent van de werknemers die men wenst aan te werven wil men een voltijds contract aanbieden.
Het feit dat men ook iets meer op zoek is naar laaggeschoolde functies (33 procent tegen 26 procent) en dat kmo’s iets meer belang hechten aan het leerproces dan aan ervaring, zijn tevens twee rechtstreekse gevolgen van het iets groter optimisme bij industriële kmo’s.