Zowel bijna drie op tien werknemers als HR-managers constateerden dat er een afname is geweest in productiviteit tijdens de coronapandemie. Opvallend is echter dat daarentegen 60 procent van de HR-managers opmerkte dat de productiviteit van medewerkers gedurende deze periode is gestegen. Slechts 42 procent van de medewerkers onderschreef deze constatering. Wel geeft bijna de helft van de ondervraagde medewerkers (47 procent) aan dat ze tijdens de coronapandemie net zo productief of zelfs productiever zijn geweest dankzij het werken vanuit huis in vergelijking met het werken in een kantoor. Onder de directie blijkt het gevoel dat zij zich thuis minder productief voelen dan wanneer zij op kantoor werken het grootst. Meer dan de helft (59 procent) van de directieleden zegt minder productief te zijn geweest bij het werken vanuit huis.
Het optimisme van HR-managers over de productiviteit zou een risico kunnen vormen, volgens de baas van het HR-softwarebedrijf. Als werkgevers niet erkennen dat de productiviteit van hun medewerkers afneemt, zullen ze minder snel stappen ondernemen om dit aan te pakken – en dit kan hen duur komen te staan, bijvoorbeeld doordat talent op zoek gaat naar een andere baan.
HR-beslissers denken eerder dat externe factoren de oorzaak zijn van afgenomen productiviteit of prestaties, zoals afleiding of het regelen van kinderopvang. Werknemers daarentegen schrijven productiviteitsverlies vooral toe aan factoren die verband houden met hun werk, zoals een lage motivatie of inefficiënte communicatie met collega’s.
Bron: hrpraktijk.nl