Bijna de helft van de werknemers (47 procent) die na een periode van verplicht thuiswerk terugkeert naar de werkplek, voelt zich naar eigen zeggen meer vermoeid na een dag op kantoor dan na een dag thuiswerken. Een ongeveer even groot deel (50 procent) heeft het moeilijk om met alle prikkels op kantoor om te gaan. Bijna twee op vijf werknemers zijn sneller afgeleid op kantoor. Zowat evenveel werknemers geven aan dat ze thuis gewoonlijk meer uren werken dan op kantoor en ook meer gedaan krijgen.
Drie op tien voelden de terugkeer aan als een cultuurshock aanvoelde.
Toch zijn bijna zeven op tien werknemers opgelucht dat ze opnieuw buitenshuis kunnen gaan werken. Naar kantoor gaan laat de helft van de werknemers naar eigen zeggen toe om werk en privé beter te scheiden (55 procent). Tegelijk wil ruim de helft (56 procent) ook in de toekomst (deels) van thuis uit blijven werken.
Bijna de helft van de werknemers die nu na een periode verplicht thuiswerk terugkeert naar de werkplek, zegt verplicht te worden door de werkgever om (deels of volledig) op kantoor te werken. Deze werknemers moeten gemiddeld 3,7 dagen per week verplicht op kantoor/in het bedrijf werken. Een vijfde geeft aan dat werken op kantoor wordt aangemoedigd, maar niet verplicht is. Volgens een zesde uit de werkgever geen voorkeur en worden de werknemers volledig vrij gelaten in de keuze om van thuis uit of op de werkplek te werken.
Bij een op zes werknemers (13 procent) wordt werken op kantoor nog afgeraden, maar het mag. Dit geldt vooral voor werknemers uit grotere organisaties.
Bron: Securex. Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX bij 1.000 Belgische werknemers die tijdens de lockdown thuis gewerkt hebben en nu (deels) terug op kantoor of op de werkplek, representatief op geslacht, taal, leeftijd en diploma.