Algemeen bestaat er bij de gebruikers een duidelijke vraag naar mogelijkheden om virtueel samen te werken. Het aantal mensen dat elke dag van thuis uit werkt is op één jaar tijd gestegen van 9 procent naar 14 procent.
Toepassingen voor flexibele vormen van virtueel samenwerken zitten duidelijk in de lift. Zo verovert ‘presence management’ een belangrijke plaats in het aanbod van beschikbare werkmiddelen. Andere oplossingen waar men veel voordeel van verwacht zijn webconferencing voor online-meetings (80 procent) en wiki-websites (72 procent). Maar de vraag dringt zich op of de bedrijfswereld voor deze manier van (samen)werken klaar is.
De vergelijking met de eerste editie resulteert alvast in vijf opvallende conclusies:
1. ICT en in het bijzonder mobiel werken verhogen de productiviteit
Net als uit de vorige editie blijkt het belang van tools en toepassingen voor het efficiënte functioneren van de Belgische werknemer en dat van zijn bedrijf. Daarbij wordt vooral veel verwacht van het snel vinden van zowel informatie en documenten (84 procent), als de beschikbaarheid van de collega’s (74procent). Dit wijst op een trend naar ‘collaborative working’.
Verder blijkt het mobiele werken volgens de Belgische werknemers eveneens onveranderd bij te dragen tot efficiëntie en productiviteit. Het gebruik van laptops en smartphones is essentieel (respectievelijk 51 procent en 13 procent van de medewerkers beschikt erover) en het percentage flexdesken is gestegen van 31 naar 37 procent.
2. Vijf ‘killer applications’ draaien rond ‘information access’ en ‘mobile’
In lijn met de eerste vaststelling komen toepassingen voor toegang tot documenten en agenda’s en voor mobile working als ‘killer applications’ uit de bus. ‘Search engines’, ‘calendar sharing’ en ‘presence management’ scoren respectievelijk 89 procent, 90 procent en 81 procent. Maar ook ‘video’- en ‘webconferencing’ zitten met 73 procent en 80 procent duidelijk in de lift.
3. Tools voor productiviteit slechts beperkt beschikbaar
Ondanks het toenemend gebruik van IT-tools, blijft er een grote kloof bestaan tussen de hoge verwachtingen van de gebruikers op het vlak van ‘efficiency tools’ en de lage graad van beschikbaarheid ervan.
‘Search’ en ‘calendar sharing’ mogen dan al hoog scoren in de verwachtingen van 90 procent van de gebruikers, meer dan 30 procent van hen geeft aan er niet over te beschikken. Hetzelfde geldt voor ‘presence management’: 32 procent beschikbaarheid tegenover 81 procent vraag ernaar.
6 procent van de ondervraagde werknemers werkt ook nog steeds zonder toegang tot het internet. Het gemiddeld aantal dagelijks ontvangen e-mails blijft relatief beperkt: 34, net als in de vorige Barometer. Vooral in de overheid en de non-profit krijgen mensen minder mails in hun mailbox, in de logistieke sector zijn het er meer.
4. Corporate intranet is niet populair
Meer dan 91 procent van de bedrijven heeft een goed gestoffeerd intranet, maar slechts 15 procent van hun medewerkers maakt er gebruik van. Ook hier staan toegang tot documenten en ‘search engines’ hoog in de rangschikking van de geboden tools, gevolgd door ‘selfservice portals’ en FAQs.
Toch maakt amper 10 procent van de ondervraagde medewerkers gebruik van het intranet om toegang te krijgen tot documenten of informatie via het ‘selfservice portal’ op te halen. Ook voor ‘online collaboration’ wordt het intranet nog niet breed ingezet (15 procent).
5. Thuiswerken levert wekelijks ruim een halve dag tijdwinst op, maar wordt niet in de hand gewerkt
De thuis werkende Belg blijft tevreden. Het aantal overtuigde gebruikers dat elke dag van thuis uit werkt is op één jaar tijd gestegen van 9 naar 14 procent. Iets meer mensen dan vorig jaar (52 i.p.v. 48 procent) werkt ook reeds regelmatig van thuis uit en vindt dat efficiënt, vooral wanneer het werk in de logistieke sfeer ligt.
Thuiswerken blijkt goed ingeburgerd in de grotere bedrijven (meer dan 500 werknemers) en bepaalde sectoren zoals de industrie. Mensen winnen er per week gemiddeld bijna vijf uren mee.
Ze hebben ook al meer toegang tot mail dan in 2008 (62 procent versus 57 procent). Toch kan één op de twee medewerkers nog niet van thuis uit op het intranet. Slechts 20 procent krijgt toegang tot ‘presence management’ en amper 12 procent en 7 procent tot web- en videoconferencing.
Indien mensen niet thuis werken, is de reden daarvoor dat hun job zich niet daartoe leent (52 procent) of dat het bedrijf thuiswerken gewoon niet toelaat (31 procent). Nochtans denkt meer dan één op de twee (57 procent) medewerkers graag van thuis uit te zullen werken.
Ook het gebrek aan policies voor thuiswerken valt op: slechts 38 procent van de medewerkers weet met zekerheid dat zijn bedrijf er één op nahoudt, 53 procent weet heel zeker dat er géén is.
Niet tevreden over snelheid
Net als in de vorige editie, is twee derde van de Belgische werknemers (65 procent) tevreden tot zeer tevreden over zijn professionele ICT. Vooral in de logistiek blijkt de infrastructuur goed te scoren. Dat was in de eerste Barometer vooral het geval in de telecomsector.
In beide edities blijken werknemers binnen de overheid en de non-profit minder tevreden. Ook snelheid blijft een belangrijk thema én probleem. Slechts 46 procent (50 procent in de vorige Barometer) is tevreden over de snelheid van systemen en slechts 54 procent (55 procent vorig jaar) over die van mensen, dit laatste dan specifiek in helpdesk-omgevingen.
‘The New World of Work’
“Tevredenheid over dienstverlening blijft een gevoelig gegeven”, zegt Benny Corvers, Marketing Director van Getronics in België en Luxemburg. “Mensen maken vaak vanuit een probleemsituatie gebruik van diensten en beleven dat per definitie vanuit een negatieve insteek.”
Algemeen gezien besluit Getronics uit deze Barometer dat de gebruikers niet alleen meer kennis hebben van hun ICT-tools en mogelijke toepassingen, maar ook hogere verwachtingen. Volgens Corvers evolueren we wel degelijk naar ‘The New World of Work’.
Over het onderzoek
De onderzoeksgegevens zijn het resultaat van het onderzoek ‘Employee ICT Barometer’, uitgevoerd in december 2009 door InSites Consulting. In totaal werden 1643 Belgische werknemers bevraagd. 60 procent was Nederlandstalig, 40 procent Franstalig, terwijl de verdeling mannen vrouwen respectievelijk 65 procent en 35 procent bedroeg. Het gaat om werknemers tussen 18 en 65 jaar die parttime of fulltime aan de slag zijn bij bedrijven met meer dan 50 werknemers en die voor hun werk een pc of laptop nodig hebben.