Precies 20 jaar geleden voerde de machtige Duitse metaalvakbond IG Metall een historische strijd voor arbeidsduurvermindering. De 35-urenweek werd afgedwongen, zij het in diverse fasen. Op die manier wilden de vakbond en een deel van de Duitse politici niet alleen hun achterban een comfortabeler leven aanreiken, maar meteen ook een oplossing vinden voor de massale werkloosheid. Ironisch genoeg is diezelfde alarmerend hoge werkloosheid nu het voornaamste argument om de arbeidsduur opnieuw te verlengen. De ooit zo oppermachtige Duitse industrie heeft de jongste tijd zwaar ingeboet aan concurrentiekracht, waardoor steeds meer activiteiten overgeheveld worden naar landen met lagere arbeidskosten (en andere kosten). In het economische en politieke jargon: de productie wordt gedelokaliseerd naar lagelonenlanden, een tendens die is toegenomen als gevolg van de globalisering. Lagelonenlanden liggen ook niet noodzakelijk meer van de deur. China mag dan wel de industriële slokop zijn van productiebanen, ook de Oost-Europese landen worden alsmaar aantrekkelijker om productievestigingen te bouwen. Enkele Oost-Europese landen behoren sinds kort zelfs tot de Europese Unie, wat het proces om werk over te hevelen nog makkelijker maakt.
Het Duitse opinieblad Der Spiegel blokletterde onlangs al Afscheid van het paradijs. In die analyse werd erop gewezen dat de vakbonden weliswaar hardnekkig beklemtonen dat de verlenging van de arbeidsduur zonder loonsverhoging geen algemene trend is, maar slechts een noodoplossing voor bepaalde bedrijfsvestigingen. Op het eerste gezicht hebben ze gelijk. Een interprofessionele CAO met een langere werkweek is er niet. Zelfs de ondernemingen hebben nog geen dergelijke CAO’s afgesloten. Het gaat voorlopig alleen om akkoorden in bepaalde vestigingen.
Vooral Siemens speelde en speelt daarbij een voortrekkersrol. Vorige week kwamen daar ook enkele vestigingen van autobouwer DaimlerChrysler bij, waar de arbeidsduur onder meer in de belangrijker Mercedes-assemblagefabriek in Sindelfingen (bij Stuttgart) verhoogd wordt. Na een korte staking tegen die verhoging zonder loonsverhoging, werd de maatregel dan toch geaccepteerd, met als doekje voor het bloeden wel een garantie voor werkzekerheid tot eind 2012. DaimlerChrysler pakte het conflict aan zoals al diverse andere werkgevers het voordeden: zonder die ingreep zou een deel van de productie gedelokaliseerd worden en zouden duidenden arbeidsplaatsen verloren gaan in Duitsland.
De trend wordt ook tastbaar in andere Europese landen. In Frankrijk aanvaardden de werknemers van Bosch al een langere werkweek en bij Fortis in België verklaarde midden juli de christelijke bediendevakbond LBC zich bereid om te onderhandelen over een verlenging van de werkweek zonder loonsverhoging. Daarmee zou ook wel eens het hek van de dam kunnen zijn buiten de industrie. We gaan met zijn alleen langer werken zonder dat daar een hoger loon tegenover staat.